De Blonde Dame

Tijdens mijn afscheid (zie foto hieronder) eind november 2024 kreeg ik van mijn BIA-directeur, Stijn Wilke, een kopie van de Blonde Dame. Iedere medewerker die Bureau Interim & advies  verlaat krijgt dit cadeau naast een fles “BIA wijn”. Dit is natuurlijk niet zomaar, hier zit een verhaal achter.

Van AGA naar BIA

BIA heette voorheen AGA, Advies Groep Amsterdam. Dit bureau is ontstaan uit het projectbureau 2200 bij de gemeente Amsterdam dat begin jaren 2000 is opgericht op het Amsterdamse stadhuis. Kernactiviteit van dit bureau is dat zij tijdelijk advies en interim klussen doen voor de gemeente Amsterdam (60 directies) in de volle breedte. Dus van de reiniging tot aan bestuursdiensten op het stadhuis. Een wendbare club door en voor slimme jonge mensen. Na AGA kwam in 2015, na de grote reorganisatie, Bureau Interim & Advies (BIA) en het bureau heeft nu nog steeds dezelfde opdracht. De slimme jongeren werden vanaf 2009 aangevuld met oudere (senior) adviseurs/interim-managers.

De blonde dame op de fles wijn als relatiegeschenk van Bureau Interim & Advies

Beeldende Kusntenaars Regeling (BKR)

Op 1 juli 1987 werd in Amsterdam de BKR (Beeldende Kunstenaar Regeling) afgeschaft. Kunstenaars kregen geen geld meer voor de erkenning dat zij kunstenaar waren en konden tot 1 juli 1987 een bescheiden inkomen verdienen via de BKR. Voor dat geld leverden de kustenaars een tegenprestatie door kunstwerken in te leveren bij de gemeente Amsterdam. De kunstwerken werden opgeslagen in depots een ook in de kelder van de Stopera.

Massaal verdwenen de kunstenaars in de vermaledijde bijstandswet en ontvingen zij dus een bijstandsuitkering (RWW). De status van kunstenaar aan de onderkant  is vanaf dat moment fors aan inflatie onderhevig. Het is ook de tijd van de bloei van de Artotheken in de stad waar gepromoveerde kunstwerken uitgeleend werden aan Amsterdammers.

Kunstwerken waren als ware dieren in een asiel. Jarenlang wachten op een eventueel baasje dat je aanwijst en het dier verlost uit een hokverblijf, maar nu dus voor kunstwerken.. Het gros van de kunstwerken bleef staan waar het stond en bleef staan tussen collega “niemandalletjes”.

De toenmalige baas van project 2200 was afgedaald naar de catacomben van het stadhuis en koos een gigantisch (drie grote panelen) kunstwerk, enige megalomanie  was haar niet vreemd,  om te worden opgehangen in de project 2200 ruimte op de 1e etage aan de Waterloopleinkant van het stadhuis.  De blonde dame deed begin zero’s haar intrede als kunstwerk aan de wand en toonde haar naaktheid. Ze zag dat het goed was en zag hoe de enthousiaste club jonge mensen transformeerden naar Adviesgroep Amsterdam (AGA). Daar kon je 4 jaar vertoeven om uiteindelijk door te stromen binnen de gemeentelijke organisatie of elders.  Vanaf 2008 kwam daar ook een groep interim managers bij die hetzelfde arrangement voor twee jaar kregen.  De blonde dame werd een begrip binnen AGA en langzaam werd het ook een symbool van de jonge flextijgers. De blonde dame dook aangekleed terug op een vakantiekado tijdens een zomerfeest aan het personeel in 2012. (zie foto hieronder)

Vakantiekado AGA 2012, de blonde dame aangekleed op het strand

Dan komt het moment dat AGA moet verhuizen naar de Weesperstraat 105 A ergens in 2012. Inmiddels is AGA getransformeerd naar een bevlogen club waar je je als interim professional kunt ontwikkelen voor  flexibele/creatieve en daadkrachtige oplossingen voor een beter Amsterdam. Het inmiddels tot cultureel erfgoed gebombardeerde kunstwerk wordt ineens onderwerp van strijd. De toenmalige directeur Facilitaire zaken (Jos. M) eisde dat de blonde dame bleef huizen in de Stopera. De directie van AGA nam een gedecideerd besluit en kochtt, na taxatie, het kunstwerk voor 1250 euro. Hiermee is dit kunstbezit behouden voor AGA gebleven. Een heus vervoersplan (zo ging dat bij AGA) wordt opgesteld om het kunstwerk te verhuizen naar de Weesperstraat 105 A (hoek Nieuwe nieuwe Prinsengracht). De kosten voor het vervoer overtreffen de aanschafwaarde van 1250 euro. De omzet van AGA vertoont dat jaar plots een knikje. ;-).

Als een dierbare die naar haar  graf wordt gedragen wordt de blonde dame door Agisten naar haar nieuwe toekomst gedragen, letterlijk op handen. Ze danst, doezelt en deint richting haar nieuwe bestemming bij de kersverse Dienst Advies en Onderzoek, waar ook het Amsterdam Bureau Communicatie (ABC) en de directie Onderzoek & Statistiek (O&S ) onderdeel van zijn, een combinatie van drie directies die geen lang leven beschoren zou zijn. .Ze hangt weer en ziet wederom dat het goed was en waakte nu over maar liefst drie directies.

Vanaf 2015 bij de grote reorganisatie bij de gemeente Amsterdam volgt dus de oprichting van BIA (Bureau Interim & Advies) , er volgt ook een nieuwe bestemming aan de Weesperstraat 113 op de andere hoek van de gracht van de Nieuwe Prinsengracht met de Weesper. Opnieuw wordt zij met liefde gewiegd en met grote zorg over de brug over de Nieuwe Prinsengracht bij de richting het nieuwe Bureau Inteirm & Advies (BIA) gebracht (slechts 50 meter). De ontwikkeling van BIA zet de lijn AGA-professionalisering voort en tevreden kijkt zij met een knipoog ook toe op dit proces.

Samen met het hoofd FZ  van het facilitair bureau (ik doe daar op dat moment een opdracht als interim manager)  doe ik half maart 2018  een schouw in op de Weesperstraat 113 in het kader van het 020 project “Zoek de Rembrandt”. We staan voor het drieluik van de blonde dame. Ze is onder de indruk en ziet plotsklaps de flappen met gele post-its naast het kunstwerk. “Wat is dat?”. Ik merk dat ik begin te blozen en vertel schoorvoetend het actuele verhaal.

.

Zie naast het kunstwerk de fiap met gele post-its

#MeToo

Toen was daar ineens de “#metoo-affaire”. Zeg maar een golf van verontwaardiging over seksueel niet gewenst gedrag van vooral mannen in machtsverhoudingen, dus ook op het werk. Een vrouwelijke collega gaf tijdens een sessie van “BIA-talks” (zeg maar een creatieve vorm van werkoverleg) zich niet prettig te voelen als zij in de BIA ruimte moest werken met de naakte vrouw aan de muur op de Weesperstraat 113, ook al is het een kunstwerk . Het spel rondom De Blonde Dame was op de wagen. We zijn aangeland in 2018/2019  Er kwam een enquête onder het BIA personeel en een heuse deep democracy sessie. De meningen waren verdeeld en er werd besloten om De Blonde Dame niet meer mee te laten verhuizen naar de nieuwe BIA locatie op de Vijzelstraat in het pand van het stadsarchief.

Het compromis

Er zou gezocht worden naar een andere vorm om De Blonde Dame verder te laten leven in het BIA domein. Uiteindelijk kwam er witte rook uit de werkgroep die zich over dit weerbarstige probleem zich had gebogen. Besloten werd om in de pantryruimte van de nieuwe locatie een Behang te ontwerpen met de kruizen van Amsterdam opgebouwd uit allemaal kleine Blonde dames (minutieus). Voorts zou iedere vertrekkende medewerker een kleine reproductie van De Blonde Dame als afscheidscadeau ontvangen. Tegenwoordig wordt de keuze geboden of je reproductie wel of niet wilt ontvangen. Het origineel van De Blonde Dame werd in 2019 gegeven aan de vertrekkende directeur die waarschijnlijk het schilderij in een schuur heeft gedeponeerd dan wel op de schroot heeft gegooid.

Het aangepaste BIA behang met de kruizen van 020 met kleine Blonde Dames

zoom op de andreaskruizen van het blonde damebehang

Kunst

Hoe je het ook wendt of keert, De Blonde Dame is een kunstwerk en moet je dit opofferen/verwijderen als medewerkers hier aanstoot nemen aan een kunstwerk met een  naakte blonde vrouw. Persoonlijk vind ik van niet. Naast “de zwarte Pieten discussie” is de Blonde Dame de tweede controversiële kwestie geweest in de  AGA/BIA geschiedenis.

Ik ben blij dat een kleine reproductie van De Blonde Dame bij ons thuis aan de muur hangt

Edward Neering

Twee BIA kwesties ineen: De blonde dame en zwarte piet.

Ontevreden in het hof van Eden

Mijn bescheiden bijdrage aan het verkiezingsdebat

Duinen bij Bergen aan Zee/ Foto: Edward Neering

Ik leef in Nederland. Graag zelfs.

Nederland biedt mij eigenlijk alle voedingsbodem om een fantastisch leven te leiden. Kansen zat gehad en ook voor de toekomst. En eerlijkheid gebiedt mij te zeggen dat, daar waar het fout is gegaan in mijn leven, ik uiteindelijk zelf de voornaamste verantwoordelijke was.

In grote lijnen is Nederland gewoon een bizar goede plek om te leven.

Nu hoor ik je misschien denken dat ik een naïeve romanticus ben, of dat ik het leven door een roze bril zie. Misschien denk je dat ik makkelijk praten heb, omdat ik een bevoorrechte positie heb als heteroseksuele, witte man. Dat ik blind ben voor de misstanden.

Ben ik niet.

Ik zie echt wel dat er nog veel te (be)schaven en te schuren valt. Dat er bestuurlijke keuzes zijn gemaakt die niet hebben opgeleverd wat ervan werd verwacht. Dat er maatschappelijke verschuivingen hebben plaatsgevonden op allerlei gebieden, waarvan zeker niet alle hebben geleid tot verbetering.

Oud zeer dat niet is verwerkt, nieuw zeer dat is onderschat — ik zie het allemaal.

We kunnen dat “problemen” noemen en dus op zoek gaan naar oplossingen.

En het is prima dat er verschillende oplossingen worden voorgesteld. De aard van die oplossingen kun je links of rechts noemen, religieus of liberaal, humanistisch, communistisch, fascistisch — wat dan ook. Verschillende visies op mogelijke oplossingen worden belichaamd door verschillende partijen. Op basis van een democratisch proces komen we dan uit op een uitslag, waarmee die vertegenwoordigers aan de slag moeten om samen tot beleid te komen waar de meeste mensen de minste moeite mee hebben.

Dat ik de ene visie aanhang en jij een andere, hoort bij die keuzemogelijkheden. En eerlijk gezegd: dat is juist een van de vele redenen waarom ik Nederland zo’n fijne plek vind.

Wat ik wel erg jammer vind, is dat een aanzienlijk deel van het electoraat — ik schat zo’n 25 à 30% — mijn liefde voor Nederland niet lijkt te delen.

Zij vinden dat het land ‘naar de klote’ is, dat alles kapot is gemaakt door “de andere kant” (lees: links of rechts), dat het land ‘niet meer van de Nederlander’ is, en dat er ‘niets meer van ons’ is overgebleven.

Een absolute rampzalige zaak, zo klinkt het.

Maar in alle redelijkheid kun je stellen dat dat gewoon niet waar is.

Ik heb even wat top-10 wereldranglijsten van Google geplukt om een idee te geven:

Gemiddelde welvaart

Verenigde Staten, Denemarken, Nederland, Taiwan, Zwitserland, Australië, Zweden, Hongkong, Singapore, Verenigde Arabische Emiraten

Rijkste inwoners

Zwitserland, Singapore, Nederland, Hongkong, Australië, Verenigde Staten, Denemarken, Zweden, Nieuw-Zeeland, Taiwan

Beste gezondheidszorg

Taiwan, Zuid-Korea, Australië, Canada, Zweden, Ierland, Nederland, Duitsland, Noorwegen, Israël

Kwaliteit van onderwijs

Singapore, Zuid-Korea, Japan, Taiwan, Finland, Estland, Nederland, Zwitserland, Hongkong, Canada

Gelukkigste bevolking

Finland, Denemarken, IJsland, Zweden, Nederland, Costa Rica, Noorwegen, Israël, Luxemburg, Mexico

Zie je dat we overal — terecht — in de top tien staan?

Er zijn 195 landen op de wereld. We kunnen dus stellen dat we, op basis van deze lijstjes, tot de succesvolste 5% behoren.

Dat er altijd iets te verbeteren valt, daar zijn we het allemaal over eens.

Maar beweren dat Nederland “op de rand van de afgrond” staat, vind ik niet alleen een pijnlijk standpunt (je geeft immers af op de plek waar ik van houd), maar ook onwaar — en eigenlijk zelfs een tikje narcistisch. Misschien ook een beetje racistisch.

Want als je bij de top tien hoort op vrijwel elk belangrijk gebied, en je tóch vindt dat het hier afschuwelijk slecht gaat, zeg je in feite dat je recht hebt op een nóg beter leven, terwijl je al torenhoog boven 95% van de wereldbevolking uitsteekt.

En dat recht baseer je dan waarop precies?

“Want ik ben Nederlander, en daarom moet het mij oneindig veel beter gaan dan alle anderen”?

Ik zou het mooi vinden als we wat meer zouden beseffen hoe goed we het hier eigenlijk hebben, en met minder woede en ondankbaarheid een meer constructieve houding zouden aannemen op weg naar verdere, onbetwistbaar noodzakelijke, verbetering.

En dat we ook best trots op elkaar mogen zijn — want links en rechts, fascist en socialist, theïst en atheïst: we hebben het toch maar mooi sámen tot die lijstjes geschopt.

En voor degene die echt wil volharden in zijn diepe hekel aan het huidige Nederland:

ik denk dat in jouw geval migratie niet het probleem is, maar de oplossing.

We noeten #samnvooruit

Edward Neering (met dank aan Alex B)

Duinen bij Bergen aan Zee. foto: Edward Neering

Website 50 jaar SmoeS online! smoes50.nl 

De website smoes50.nl staat vanaf 25 oktober 2025 online. Prachtig geworden. Een kadootje voor het 750 jarig bestaan van Amsterdam en alle oud SmoeSbezoekers in de jaren 70,80 en 90.

De website informeert over nieuwe activiteiten rond het voormalige jongerencentrum SmoeS in Amsterdam-Sloten. Sinds de boekpresentatie van Kees Schelling vorig jaar mei, is er veel gebeurd.

Er kwamen bij de redactie van de website regelmatig verzoeken binnen om foto’s, films en ander SmoeS-materiaal met oud-medewerkers, bands en bezoekers te delen. Ook kregen we de vraag of het ‘Smoes 50 jaar feest’ nog eens herhaald kon worden.

Daarom is er het afgelopen jaar hard gewerkt aan een SmoeS-website waar herinneringen, verhalen en veel historisch materiaal verzameld worden. Fred Warries heeft er een fantastische reis door 25 jaar SmoeS van gemaakt. Hij heeft geprobeerd de sfeer van vroegere tijden online te laten herleven.

De website smoes50.nl staat vanaf 25 oktober 2025 online.

De website staat vol met alle jaargangen van de SmoeS-bulletins, affiches, krantenartikelen, een database met alle optredens op het SmoeS-podium, achtergrondinformatie en beeldmateriaal van bands die ooit op het podium stonden en foto’s en oude geluidsopnamen van onder andere het optreden van Sjef van Oekel en Barend Servet.

Er staat weliswaar waanzinnig veel materiaal op de website maar het is nog zeker niet compleet. De webredactie hoopt op termijn nog veel meer materiaal te kunnen toevoegen. Als jij nog materiaal beschikbaar hebt dat we mogen lenen om op de website te plaatsen, dan horen we dat graag via een reactie op de site

Edward Neering

Medewerker jongerencentrum SmoeS van 1977 tot 1982

Drugsmonologen /Jongerencentra

jaren 70 / 80

Afgelopen woensdag 22 oktober vond in de Vorstin (voorheen Tagrijn) te Hilversum een slotbijeenkomst plaats over drugsgebruik in jongerencentra in de jaren 70, 80 en 90, het symposium Drugsmonologen. In dit laatste kwart van de vorige eeuw verrezen de Open jongerencentra als paddestoelen uit de grond al dan niet gesubsidieerd door een gemeente. Drank vloeide er volop maar ook het gebruik van soft dugs nam een enorme vlucht en in de kielzog daarvan kwam ook het harddugsgebruik (o.a. Speed, Opium, Cocaïne en Heroïne) opzetten in sommige centra. Eind jaren 80 en 90 kwamen andere middelen als Crack, Coke Base XTC- en andere pillen de centra binnen. Het hoorde bij het uitgebreide experimenteer reportoire van jongeren. Deze jongerencentra in Nederland hebben dus een belangrijke rol gespeeld bij de normalisering van middelen door de jaren heen.

Kees Schelling was uitgenodigd in verband met zijn prachtig gedetailleerde boek over Open Jongerencentrum SmoeS in Amsterdam Sloten in de jaren 70,80 en 90. Ik was met hem mee. In SmoeS vloeide de alcohol volop en was er softdruggebruik, later mochten er alleen buiten joints worden gerookt. Verder veel herkenning met problemen (intimidatie en vechtpartijen) tussen bierdrinkers/Disco gangers en de rokers (de stuffies) uit de jongerencentra. In SmoeS kwamen zowel jongeren uit Amsterdam Nieuw West als uit Badhoevedorp.

Nikki de La Rie gaf een interessante lezing over de geschiedenis van middelengebruik door de jaren heen van jongerencentra in Nederland en specifiek in Utrecht in het kader van haar promotie-onderzoek. Jongerencentra zoals de Kargadoor, Kasieno en ’t Spinnehok waar later het bekendere poppodiun Tivoli voor in de plaats kwam. Ook de geleerde lessen n.a.v. deze bijzondere historie kwam aan bod.

Schrijver Kees Schelling (uiterst rechts) tijdens het panelgesprek

Veteranen van de jongerencentra jaren 70/80

Diie rode draad kwam ook weer terug in een panelgespek met vier veteranen die, al dan niet als beroepskracht, werkzaam waren geweest in zulke jeugdcentra: Kees Schelling van SmoeS, Ernst Mulder van De Boerderij in Zoetermeer, en Hellian van Beekum en Herbert Boerendonk van De Tagrijn in Hilversum, Hun verhalen lieten veel variatie tussen de centra zien: in hun omgang met softdrugs en harddrugs, met bezoekers en de gemeente, met gebruikers en dealers. Of er met het verdwijnen van de meeste centra veel verloren was gegaan waar we vandaag de dag nog wat aan zouden hebben? Plekken waar jongeren zichzelf kunnen ontwikkelen en experimenteren, en waar ook ruimte is om goede kennis op te doen over middelen, of je die nou ooit gaat gebruiken of juist niet – die gunden ze de jongeren van vandaag ook. Muziek, theater, film, een kritische blik, drank en drugs brachten deze jongeren bij elkaar in de tijd dat sociale media niet bestonden. Aansluitend aan het panel werd een beleidsadvies aan twee ministeries overhandigd op grond van dit historische onderzoek.

Ellen ten Damme

Ellen ten Damme sloot de hele sessie muzikaal af.

Ellen ten Damme

Thomas Swanenberg op het schild! #Suriname Museum

Prachtig en mooi alle berichten die ik lees over het Suriname Museum. Eindelijk heeft het museum nieuw leven ingeblazen gekregen, dat werd tijd. 

Helaas zie ik nergens de naam van Thomas Swanenberg in de berichten terugkomen. Hij was in de jaren 90 de allereerste oprichter van Het Surinaams Historisch Museum. In 1994 kwam hier helaas een einde aan. Grappig feit is dat dat museum destijds in hetzelfde gebouw zich bevond als waar het onlangs geopende Suriname Museum gevestigd is. Als Maatwerk Amsterdam hebben we nog getracht destijds om hier banenpoolbanen te creëren in opdracht van stadsdeel Oost.

AT 5, het Parool en FunX hebben aandacht besteed aan de opening op 26 september 2025 maar niemand is in de geschiedenis achtergrond gedoken. De familie van Thomas Swanenberg (inmiddels overleden) heeft de afgelopen jaren gepleit bij de directie van het huidige  museum om Thomas Swanenberg als bedenker van het Surinaams historisch museum op het schild te zetten. 

Desgevraagd verklaart een kleindochter van Swanenberg: “Hij zou enorm trots zijn geweest hierop als hij nog in leven was. Echt waar gewoon. Dit was zijn droom, zijn levenswerk”.

Zijn huidige kleinkinderen zagen hun opa altijd bezig zijn met zijn spullen verzamelen en sorteren. Een van hen heeft zelfs nog geholpen achter de kassa als 5-6 jarig meisje, als vrijwilliger natuurlijk ;-).

“Hij was zo trots op zijn museum! Het was het gesprek van de dag thuis. Helaas was er in de jaren 90 weinig tot geen animo voor waardoor het museum na 4 jaar het financieel niet meer kon bolwerken. Hij was er kapot van. Het was zijn hart en ziel. Al het harde werken was in 1 keer weg. Gelukkig had hij ons om op terug te vallen en overspoelden we hem met liefde waardoor hij door de moeilijke periode in de jaren negentig heen kon komen”.

De familie wil hun opa alsnog de erkenning en naamsbekendheid geven want dat verdient Thomas Swanenberg als oorspronkelijk bedenker van dit concept voor een cultureel historisch Suriname Museum.

Nu wil het feit dat de familie al enige tijd  bij de huidige directie probeert om de oorspronkelijke oprichter wel een plek te geven in de berichtgeving rondom de opening van het huidige museum echter zonder resultaat. Sterker nog ze laten helemaal niets van zich horen. 

In mijn werk als directeur van de stichting Herstelling hadden wij veel te maken in de jaren negentig en begin vorige eeuw met Suriname en het cultureel historisch erfgoed. Er hebben in deze periode diverse uitwisselingen plaats gehad tussen Suriname en Nederland. Vandaar mijn betrokkenheid.

Ik roep de directie van het huidige Suriname Museum op om snel in contact te treden met de familie Swanenberg met als doel om Thomas Swanenberg in de communicatie rondom het museum de aandacht te geven die hij verdient. 

Edward Neering

NB: Het Suriname Museum is overigens gevestigd op de Zeeburgerdijk 21 in Amsterdam, stadsdeel Oost.

Pinkpop 1988

Het was eind mei 1988. Ik was net weer vrijgezel en was op weg naar Landgraaf voor een nieuwe editie van Pinkpop. Was er al een tijdje niet geweest. Ik heb wel de edities van 1979, 1980 en 1981 bijgewoond toen nog op de drafbaan van Geleen maar daarna afgehaakt.  Het waren de jaren van de start van The Jam, Dire Straits, Elvis Costello, U2 en Joe Jackson. Nu dus op de drafbaan bij Landgraaf bij Heerlen. Nog wel op 1 dag  en op 2e pinksterdag in plaats van de huidige 3 dagen  in het 2e weekend van juni. 

Red Hot Chili Peppers was als opkomende band al in het begin geprogrammeerd. Het enige wat ik mij nog herinner was de leadzanger met een gebreide sok om zijn geslachtsdeel. Deze band werd de heldenband van mijn zoon, in die tijd (half zero’s) begon ik zelf de muziek enigszins te waarderen. De rest van de optredens ben ik ook bijna vergeten. Het begint pas  weer te dagen bij het geweldige optreden van Sinead O’Conner solo en de herkenbare robuuste sound van Joe Cocker. Er was veel bier gevloeid door de dag heen en patatmaaltijden werden naar binnen gewerkt. Tijdens Joe Cocker (Unchain my heart} de eerste zoen gewisseld met een zekere Carolien. Het was pas laat afgelopen en de meute begaf zich naar het station van Landgraaf. Het duurde lang voordat de trein vertrok en binnen korte tijd zong de hele staande groep op het balkon van de trein “de grote banaan uit Afrika” met ondergetekende als voorzanger/dirigent. Later stond de trein onderweg regelmatig om onduidelijke redenen stil en zaten we inmiddels diep in de nacht. Lang verhaal kort, we kwamen pas aan op Amsterdam CS om half zes in de ochtend. Dan maar ontbijten met o.a. met mijn nieuwe vlam in een onduidelijk tentje in de Marnixstraat. Bier bij het ontbijt was toch een nieuwe insteek in mijn leven ;-). Uiteindelijk was ik om een uur of acht op dinsdagmorgen aangekomen op mijn flatje in Badhoevedorp. 

Ik werkte destijds als bijstand maatschappelijk werker bij de sociale dienst in het centrum van Amsterdam. Nu ben ik natuurlijk een keurige jongen en belde met een collega om te zeggen dat het Pinkpop gebeuren enigszins uit de hand was gelopen en dat ik die dinsdag een dag vrij nam, Annet nam het ter kennisname aan. In de loop van de ochtend, In een dergelijke situatie zou menigeen zich ziek melden maar ik dus niet, Word ik in de loop van de ochtend uit mijn bed gebeld door dezelfde collega Annet dat ik toch naar het kantoor op de Herengracht moest komen omdat ik in de middag ingeroosterd was voor intakes van bijstandsaanvragen. Dienstbevel* van mijn leidinggevende Bart. ……. En ik deed het ook nog.

Diezelfde Bart blijkt de buurman te zijn van mijn zojuist overleden lieve zuster Nel. Ik kwam hem tegen na de begrafenis bij de koffie en cake in cafe Kerkzicht. Hij bood direct zijn excuses aan voor het voorval in juni 1988.

Dat dan weer wel !

Edward Neering

*het enige dienstbevel wat ik in mijn 43 jarige werkzame leven bij de gemeente Amsterdam heb gehad.

het Haakje

Het slagveld is weer achter de rug in mijn tere mond terwijl het politieke veldslag in het land zich verdiept richting de verkiezingen op 29 oktober. Op de dag dat kabinet Schoof 3 is gevallen ….nog even en Dick Schoof is alleen aan de macht ;-). Laat Schoof maar schuiven! Het is al meer dan 25 jaar geleden dat ik halfjaarlijks de mondhygiëniste bezoek in het groene Heiloo. Tegenwoordig 1 x in de 4 maanden. Je zou dan toch zeggen dat het voorheen halfjaarlijkse strijdtoneel bij de mondhygieniste ten einde zal zijn nu de frequentie omhoog is gegaan en ik meer aandacht geef aan mijn gebit sinds dat ik met pensioen ben gegaan. 

Sinds mijn vertrek bij de gemeente Amsterdam ben ik intensief in de weer met ragers in diverse kleuren van TePe en poets maximaal, minimaal 2 minuten per keer. De achterkant van mijn kiezen worden zelfs met een gaasje extra bewerkt.

Nee hoor, het  gevecht in mijn mond duurde toch nog zo’n 40 minuten terwijl mijn aanname was dat ik binnen 10 minuten weer op straat zou staan gezien mijn grondige aanpak van het afgelopen jaar.

Ik verlang terug naar mijn oude mondhygiëniste Simone.  Standaard had ik een muur van tandsteen achter de onderste voortanden. “Even de Berlijnse muur slopen” was een halfaarlijkse opmerking. Veel haakjeswerk en ander gepunnik en dan afsluiten met het polijsten. Zij adviseerde ook ragers maar ik kwam niet verder rubberen standenstokers van Kruidvat.  Toch stond ik altijd binnen een half uur weer buiten, 33% korter dan de huidige behandeling en met minder goed ondehoud.

8 maanden geleden zei mijn huidige: “uw tandvlees flubbert!, u staat aan de vooravond van een parodontitis (chronische tandvleesontsteking). Ik  was verbijsterd omdat ik voor mijn gevoel heel goed bezig was. “Sommige zaken zijn weerbarstig” zei ze onderkoeld. Dit alles brengt mij terug in de tijd van de schooltandarts eind jaren zestig, begin jaren zeventig. Als het wagentje kwam voorrijden bij de Plesmanschool in Badhoevedorp dan ging er een siddering door de hele school. Mevrouw slachttand, de assistente van Tandarts LIem kwam de leerlingen oproepen op alfabet. Alle kinderen van het ziekenfonds waren de Sjaak, kinderen van welgestelde ouders die particulier waren verzekerd haalden opgelucht adem. “Doe die mond open! Anders boor ik in die tong van je”, sneerde de tandarts in een licht Indisch accent. Daarvoor had hij de vraag gesteld of ik wel elke dag mijn tanden poetste. Eerlijk als ik was zei ik dat dat niet altijd het geval was. “Vergeet jij s’morgens ook wel eens je onderbroek aan te trekken” beet hij mij toe.  “Dat heb jij ervan! Als je niet elke dag je tanden poestst”, zei hij al borend zonder verdoving.

Bij de huidige mondhygiëne behandelingen wordt er niet meer gepolijst. Gevalletje van jammer, want het is een frisse afsluiting van de behandeling. Na 40 minuten haal ik opgelucht adem en vraag ik bij het opstaan uit de roze stoel of mijn tandvlees nog flubbert. “het gaat een stuk beter……..maarrrr we hebben nog een lange weg te gaan! “Amen, dacht ik!

Edward Neering

Sturing, Sturing en Sturing!

Bij Amsterdamwerkt! in juni 2025

Er is een reorganisatie bij de afdeling Amsterdamwerkt! op komst van de directie Werk en Participatie. Ik was op de vd Madeweg onlangs en zag de onrust en zorgen onder de medewerkers. Ik heb er een kritische blog over geschreven.

Sturing, Sturing en Sturing

Op donderdag 12 juni 2025 was ik bij het pensioenafscheid van een oud collega  bij Amsterdamwerkt! aan de Van de Madeweg in de hoofdstad. Zij was jarenlang mijn managementassistente toen ik destijds (eind 2005 tot 2009) afdelingshoofd was van de afdeling Werk en Uitvoering (Het Amsterdamwerkt! van nu) , zeg maar het publieke reïntegratiebedrijf van de sociale dienst (Dienst Werk en Inkomen=DWI). Tevens was ik destijds directeur van de stichting Herstelling. Een hele eer om nu (na 16 jaar weg te zijn) uitgenodigd te worden en gevraagd te worden een toespraakje te houden bij haar afscheid. 

Het unieke concept van de stichting Herstelling is direct na mijn vertrek in 2009 losgelaten. Dat concept was dat uitkeringsgerechtigden met behoud van uitkering de forten van de Stelling van Amsterdam herstelden/opknapten in een prikkelarme omgeving onder leiding van vakkundige werkmeesters uit de bouw, metaal en het groen. in 2006 werd hier een horeca traject aan toegevoegd met Ahmed Aboutaleb die als wethouder de aftrap gaf voor dit unieke traject. Opdrachten kwamen via Natuurmonumenten, Staatsbosbeheer of een particuliere stichting.

Medewerkers waren trots dat ze konden bijdragen aan dit bijzondere concept en hadden een warm hart van vakmanschap en soms vaderschap voor de deelnemers, zelf spraken zij van het hebben van een “Herstellinghart”.  Goede resultaten waren het gevolg. Veel deelnemers vonden hun weg naar een vervolgtraject, een beroepsopleiding, een gesubsidieerde, reguliere baan of dagbesteding. Die trots van de medewerkers heeft een enorme deuk opgelopen in 2014/2015 na een integriteitsschandaal bij het Amsterdamse Bos met twee werkmeesters van DWI/ Herstelling. Vlak daarna werd de naam veranderd in Amsterdamwerkt! Die deuk is tot op de dag van vandaag nog niet uitgedeukt. Maar daar wil ik het verder nu niet meer over hebben. Ik wil het graag hebben over het gebroddel rondom de instroom van nieuwe deelnemers.

Na weer een aantal medewerkers gesproken te hebben op 12 juni was het aloude probleem van gebrek aan instroom en niet tijdig bijstellen van het aanbod van trajecten weer de toponderwerpen. Hoe kan het toch dat er 32.000 (een dynamisch bestand) mensen met een bijstandsuitkering in Amsterdam zijn en dat de instroom op de trajecten van de Amsterdamse publike reintegrateie (dagbesteding/re-integratie) steeds maar weer achterblijft. 

Het antwoord is grotendeels: Sturing door teammanagers op klantmanagers /klantbegeleiders binnen de afdelingen van de directie Werk en Participatie en een goed kwalitatief actueel aanbod van trajecten. Sturing is door de jaren heen een vies woord geworden in managementland bij de gemeente Amsterdam maar tegenover sturing staat vrijblijvendheid en dat laatste is dodelijk. Maar ook sturing vanuit Amsterdamwerkt! en andere afdelingen binnen het domein van Werk en inkomen zelf om naast de route van de klantmanagers ook zelf via de re-integratieconsulenten klanten te vinden. Pro-actieve consulenten die niet achter de computer wachten op een piepje of pingetje op de computer of er een klant wordt aangemeld maar zelf vindplaatsen bezoekt en klanten aan het hun trajecten weet te binden. Als derde pijler dienen andere netwerken te worden aangeboord bijvoorbeeld bij het UWV (WAJONG/ WIA en de WW) . Zo zullen er ongetwijfeld andere /regelingen partners zijn of doelgroepen zijn die kunnen worden aangeboord.

  1. Sturing door teammanagers van Werk en Participatie

Het toeval doet zich voor dat ik de afgelopen vier jaar als OR lid contactpersoon was voor de directie Werk en Participatie en dus rechtstreeks overlegde met de directies van WPI vanuit de medezeggenschap. Ook toeval is dat ik in 2017 als interim manager een groep van 25 klantmanagers heb aangestuurd binnen WPI. Geen toeval is dat ik in 2004 en 2005 bij DWI de functie van klantmanager heb ontwikkeld samen met een externe partij (Boer en Croon). Ik weet dus waar ik het over heb.

Twee en half jaar geleden was een onderzoek gedaan door Deloitte. Eén van de conclusies was dat de teammanagers met van alles bezig waren (pilots/extra taken/experimenten) en dat ze niet aan aandacht voor hun medewerkers toekwamen. Advies van Deloite was: “De medewerker centraal!” Als je geen tijd hebt voor je personeel houdt een teammanager van klantbegeleiders/klantmanagers ook geen caseloadgesprekken, een essentiële taak. . Caseloadgesprekken zijn het instrument om een vinger aan de pols te houden en bij te kunnen sturen met de team taakstellingen in het achterhoofd. Als er niet gestuurd wordt dan zal het gros van de klantbegeleiders de weg van de minste weerstand kiezen. In 2022 beloofde de directeur van WP destijds beterschap n.a.v. het Deloite onderzoek en beloofde ontzorging van de teammanagers zodat zij meer aandacht aan hun medewerkers konden besteden echter in oktober 2024 moest hij toegeven tijdens een overleg met de medezeggenschap dat er niets van terecht gekomen is. Deze directeur is inmiddels vertrokken. Medewerkers niet de juiste aandacht geven en teammanagers niet ontzorgen van allerlei extra ballast leidt tot stuurloosheid en in het geval van Amsterdamwerkt! tot leegloop.

De OR/OC WPI heeft aan de directie WPI in het najaar 2o24 een voorstel gedaan om de functie van senior klantbegeleider in te voeren zodat hij/zij het gebrek van aandacht door de teammanagers aan/voor de medewerkers (tijdelijk) kon invullen door o.a. het houden van caseloadgesprekken om hen feedback te geven en te kunnen sturen. Dit voorstel van de OR/OC WPI werd in oktober 2024 hard van de hand gewezen door de twee WPI directeuren.

2. Sturing op alternatieven

Ook vanuit Amsterdamwerkt! kan een bijdrage aan de instroom worden geleverd. Daar moet dan wel door de verantwoordelijk afdelingsmanager op worden gestuurd richting zijn/haar teammanagers. Allereerst moeten de aangeboden trajecten aansluiten op de vraag en moet je snel kunnen schakelen. Je moet bijvoorbeeld geen traject meer aanbieden als zonnepaneellegger: Een paar jaar geleden was hier veel vraag naar maar nu kun je er geen droog brood meer mee verdienen. De reo van 2022 had als doel wendbaarheid van de organisatie. Deze wendbaarheid zou ook moeten gelden voor de publieke reintegratie van de stad.

Er zijn genoeg andere vindplaatsen waar kandidaten de weg naar de trajecten naar Amsterdamwerkt! kunnen vinden. Ahmed Aboutaleb stimuleerde dit destijds als wethouder en gaf zelf de toenmalige directeur van DWI hiertoe de opdracht. Kandidaten werden toegeleid vanuit uitval beroepsopleidingen. De parels bij Amsterdamse welzijnsinstellingen die daar een geslaagd traject hadden doorlopen. Een ander succesvolle methodiek was ook op te interveniëren op sollicitatie-uitval bij werkgevers met het toenmalige werkgeversloket wat nu Werkgeverservicepunt is. Zeker met het huidige personeelstekort is dit “opkontje” via Amsterdam Werkt de weg naar een duurzame reguliere baan. Je hebt hiervoor wel consulenten nodig die goed kunnen gedijen in netwerken en niet wachten totdat de computer een piepje of pingetje van aanmelding geeft maar het veld in gaan met hun pro-activiteit, de doelgroep goed kennen en doeltreffend kunnen acteren zijn andere randvoorwaarden. Zij moeten door hun teammanager hiervoor worden gefaciliteerd. Lezers van deze blog kunnen uiteraard als reactie andere instroommogelijkheden aangeven.

3. Andere toeleiders

Vanuit het UWV liggen ook volop kansen. UWV klanten uit de MRA- regio die langer dan een jaar in de WW zitten zijn tegenwoordig al langdurig werkloos. Een aanbod van een traject vanuit het Amsterdamse in de waaier van instrumenten waaronder Amsterdamwerkt! zou voor de hand moeten liggen. Ook vanuit de WIA kunnen klanten die jarenlang arbeidsongeschikt thuis hebben gezeten en (deels) worden goedgekeurd een opkontje krijgen. Zo zijn er vast nog andere doelgroepen te formuleren die in het Amsterdamse bestand zitten van mensen die aan de kant staan. 

Tot slot

Ik las onlangs de brief van het management van Amsterdamwerkt! over de herstructurering/reorganisatie. Goed dat er een aparte functie komt voor netwerken en instroom echter ook de traject-consulenten hier een taak in geven is mijn advies.

Maar als je niets doet aan de sturing op klantbegeleiders/klantmanagers (de basis op orde!) dan lijkt Amsterdamwerkt! een ijsschots richting zomer te zijn tenzij het WPI management nu alsnog adequaat ingrijpt. Je kan herstructu -reren/ reorganiseren tot je een ons weegt met nieuwe trajecten en fasen maar zonder adequate sturing op de kernfunctionaris (de klantbegeleiders) wordt het een oeverloos verhaal. Vanuit mijn rol bij de Amsterdamse OR (contactpersoon voor OC WPI) de laatste vier jaar weet ik dat het management van WPI/afdeling AW er meer dan twee jaar overgedaan heeft om met dit verhaal (geen hogere wiskunde) te komen en met de nieuwe trajecten, natuurlijk heeft dit veel te lang geduurd met de snelheid van een schildpad olietanker. Met dergelijke snelheden geef je geen invulling aan de wendbaarheid die WPI sinds 2022 voorstaat en dat is geen goed teken en is eigenlijk een brevet van onvermogen. Opvallend bij het afschaffen van de huidige trajecten is de sportmodule/traject, een vaak essentieel onderdeel bij reintegratie, heel vreemd om de ruggengraat van succesvolle re-integratie te skippen. Afscheid nemen van de Amsterdamse publieke re-integratie op termijn zou het kind met het badwater weggooien zijn

Deze herstructurering is de laatste kans: Sturing, sturing en sturing op de klantbegeleiders van de gehele directie Werk & Participatie is het adagium en absolute randvoorwaarde. Voorts (tijdelijke) invoering van de senior functie voor klantbegeleiders om caseload-gesprekken te kunnen houden totdat de teammanagers daadwerkelijk zijn ontzorgd. De publieke re-integratie als gedwongen winkelnering (woordgrapje ;-)) op de kaart zetten is een noodzaak..

Edward Neering

Ik ontving de brief via mijn netwerk bij de medezeggenschap. Dit traject is sowieso adviesplichtig . Immers functies veranderen en er wordt gespeculeerd op minder personeel/boventalligheid. (art.25 WOR). Boventalligheid gaat zeker plaatsvinden denk ik . Hoop dat op dit traject samen met de OC/OR snel kan worden doorgepakt om de periode van onzekerheid zo kort mogelijk te laten zijn.

Nu maar hopen dat het WPI management het licht ziet! 😉

Winst Nationale Nieuwsquiz

Terwijl Kees Smit van AZ deze week met jong Oranje 0nder 19 drie prijzen pakte voor Heiloo heb ik zelf afgelopen week de nationale nieuwsquiz gewonnen op NPO radio 1 bij het programma Spraakmakers en daarmee de vierde prijs voor de groenste plaats in Nederland binnen 24 uur. De score van 70 punten bleek aan het eind van de week goed voor de overwinning. De andere kandidaten vorige week hadden allen minder dan 50 punten. Ik was afgelopen maandag als eerste kandidaat aan de beurt en werd bevraagd op het nieuws van heel het weekend daarvoor. Goed voorbereid was ik zeker Alle kranten van zaterdag/maandagochtend en online nieuwsberichten waren meermaals doorgenomen. Via Midnight Hammer, Jeff Bezos en de Chiosbranden in Griekenland kwam de vraag over bijdrage (2,1%)van Spanje aan de NAVO. Ik antwoordde niet goed (ik had het Geitenpaadje van Rutte voorbereid) en deze vraag dreigde even mijn Waterloo te worden maar een goed doorlopen Nieuwskanon (10 punten) werd mijn redding. De Nieuwsfactor was 7 en het Nieuwskanon 10; dus 7 x 10=70. De prijs van 100 gulden zal worden gedoneerd aan Artsen zonder Grenzen en de 2e prijs van eeuwige roem is mooi meegenomen. Erg leuk om meegedaan te hebben.

Mijn uitvaart

Slotkapel Egmond aan de Hoef/ huwelijksplek

Iedereen kent dat wel. Grote gebeurtenissen worden begeleid door muziek, een huwelijk, een geboorte of een uitvaart. Alleen bij een uitvaart heb je er zelf geen invloed meer op tenzij je het van tevoren hebt aangegeven.

Bij ons huwelijk in mei 2005 hadden we bij binnenkomst op de locatie van de huwelijksvoltrekking in Egmond aan de Hoef het nummer van Veldhuis en Kemper “ik wou dat ik jou was”. Ons avontuur begon in november 1989 met een one night stand wat pas in juli 1990 een vervolg kreeg. Toepasselijk derhalve het 2enummer “Love at first light” van Joe Jackson  en werd gedraaid na de huwelijksvoltrekking, Tijdens het tekenen van de documenten van getuigen het nummer “I’ll write a song for you” van Earth Wind en Fire. Tijdens de champagne en de felicitaties werd de mooie CD “Painted from memory” gedraaid van Burt Bacherach en Elvis Costello. Kortom over de muziek was duidelijk van tevoren nagedacht en terecht!

Bij een uitvaart worden doorgaans muziek gedraaid bij binnenkomst, drie nummers tijdens en muziek als de goegemeente langs de kist loopt op weg naar koffie /wijn en cake/bitterballen. Als de bijeenkomst duurder is dan duurt het doorgaans een half uur langer dus ook meer muziek. Dan zijn wel 6 nummers gangbaar. 

Voor mijn uitvaart kies ik uiteraard voor zes nummers. Op deze wijze heb ik toch de schijn van invloed en dat stemt mij gerust. Degenen die mij kennen weten dat ik op de een of andere manier de regie wil hebben ;-).

We beginnen met de binnenkomst. Ik lig daar harstikke dood in een rieten mand of een wade. Absoluut geen dichte kist voor het geval ik toch nog plots wakker word, je weet maar nooit. Geen bloemen of dat soort fratsen wat mijn levensadagium is immers “Als het simpel is EN het is goed, dan is het dubbel zo goed”. We houden het dus sober. 

Wilgenmand bij uitvaart

Bij binnenkomst horen de bezoekers Symphony No 1 III Slow movement. Het is de een van de twee klassieke albums die Joe Jackson heeft gemaakt. Het nummer is toepasselijk bij binnenkomst en het geeft de veelzijdigheid van deze muzikale kameleon aan. 

Als iedereen zit op de houten banken wordt “Mijn houten hart” gedraaid van de Poema’s. Een verwijzing naar de periode 1976 tot en met 1989. Een mooie turbulente tijd met liefdes, uitspattingen en bevlogenheid in mijn baan bij de gemeentelijke sociale dienst. 

Ooit katholiek opgevoed in een groot gezin. De jongste van 14 kinderen maar als snel het geloof de rug toegekeerd. Religie in welke vorm dan ook in de volle breedte brengt veel ellende met zich mee op deze wereldbol zo is altijd maar weer gebleken en blijkt nog steeds is. Persoonlijk vind ik “Red mij niet” van Maarten van Roozendaal daar mooi bij passen en het lied zegt iets over mijzelf. Dus dat als tweede nummer. 

We zitten er inmiddels lekker in. Ik zou natuurlijk een verwijzing kunnen doen naar mijn jeugd op de middelbare school met de Glamrock als muziekgordijn en mijn schoolagenda werkelijk uitpuilde met Suzi Quatro in haar leren pak en basgitaar. Of even later toen ik de Badhoevedorpse disco Het Klaverblad bestormde met de smaak van mijn eerste biertje en de dampende klinkende funk van James Brown. Maar deze twee slaan we over. 

“Hij lacht zijn tanden bloot ook al heeft hij die niet meer” is een welhaast literaire zintekst van het nummer “Hart en Ziel van de Trockener Kecks (Rick de Leeuw). Dit wordt het derde nummer en draag ik op aan mijn kinderen, al mijn nichten en neven en de kinderen van mijn dierbaren. “Doe alles wat je doet, met hart en ziel”

We hebben drie Nederlandse nummers gehad dus we gaan over op het Engels. Omdat ik gecremeerd wil worden zal mijn as op x moment worden verstrooid en overal naar toe waaien. Dat is een fijn idee. Het schept ruimte en vrijheid en het geeft het gevoel van reizen. En Reizen brengt mij bij een van de favo’s in mijn Top 2000 keuze: Midnight train to Georgia van Gladys Knight and the Pips. Een heerlijk intens soulnummer waarmee je het gevoel hebt om onderweg te zijn. Het vierde nummer is een feit.

Het vijfde nummer grijpt terug naar ons huwelijk van mei 2005. “Love at first light”  van Joe Jackson en gaat eigenlijk over de periode van 1989 tot en met heden met al het lief en leed wat we hebben doorgemaakt.

Joe Jackson

We maken het niet te bont het zesde nummer is in aantocht. Alweer Joe Jackson met “On your radio” van de LP I’m the man. Daar lig ik dan in mijn mand/wade en de eerste zin is direct raak.

“Ex-friends, ex-lovers and enemies, I’ve got your cases in front of me today”

Geweldig nummer, voor mij eind jaren zeventig een kantelpunt in mijn muziekopvatting, van soul naar new wave. Bovendien een veelzijdige muzikant die tot op de dag van vandaag blijft verassen en let op de basgitaar van Graham Maby! Het is ook een verwijzing naar het begin van mijn roerige periode al vrijwilliger in jongerencentrum SmoeS in de jaren 70 en 80. Over deze periode is een mooi boek geschreven over de jongerencultuur in Amsterdam en omstreken.

Dan hebben we nog dat iedereen naar de wijn / de koffie en de bitterballen gaat. Om maar even wat totaal anders te doen en toch een beetje licht swingend/wiegend richting afsluiting te gaan doen we als muzikale afsluiting met een laatste groet aan de mand: Orchestra Baobab met het prachtige Utrus Horas. Zelf vind ik het een heerlijk nummer voor een hele warme zwoele avond met een heerlijke saxofoon.

Ik wil graag verstrooid worden in de duinen bij Egmond, dat lijkt mij een mooie plek. Dan kunnen de Schotse hooglanders toch nog even van mij genieten bij het grazen. 

……en dat was het dan!

Edward Neering

NB: Er zit natuurlijk wel een disclaimer op deze blog. Aangezien ik minimaal 100 word heb ik nog 33 jaar te gaan. dus nog de helft van wat ik nu ben (66). Dat betekent dat er nog veel mooie muziek zal worden gemaakt en nieuwe herinneringen worden gecreëerd. Er zal dus sprake zijn muzikaal voortschrijdend inzicht