Het is ergens in 1970. Op radio Veronica tetteren door het krakerige luidsprekertje van de transistorradio de Beatles met Let it be als muzikaal behang. Al mijn broers zijn voor Ajax (in het Neeringjargon: Ajakkes) en als jongste van 14 kinderen heb ik de keuze voor Feijenoord gemaakt. “Kan ik mij goed mee profileren” moet ik onbewust gedacht hebben. Feijenoord speelt op 6 mei 1970 de Europa Cup 1 finale en wint van Celtic. Ik ben 11 jaar en in Badhoevedorp zit ik op de katholieke Plesmanschool. Katholiek > dus ook ben ik misdienaar en schrijdt zowel doordeweeks als in het weekend vroom door de plaatselijke HH Engelbewaarderskerk. Elke dag bid ik in mijn bed tot God. In mijn gebeden staan twee dingen centraal; 1) dat ik er bij de schooltandarts alsjeblieft boorloos door heen kom en 2) dat Ajakkes niet zal winnen.
Het is nu ook de tijd van de popmissen die landelijk steeds meer plaatsgrijpen. De kerk wil jongeren aan zich binden en organiseert op de zaterdagavonden missen met een popband op het altaar. Ik ben met Joris Beck het misidienaarskoppel van deze zaterdagavond. Tijdens deze popmis is er ook een grote wijziging met betrekking tot de misdienaren. Normaal gesproken sta je onderaan het altaar en komt de priester via een drietal traptreden naar je toe om het water en de wijn op te halen maar tijdens de popmissen staan de misdienaars naast de priester op het altaar, één aan de linkerkant van de kazuifelman en één aan de rechterkant. Ook nieuw was dat de priester versterkt door een microfoon vanaf het altaar de gelovigen toesprak. In totaal stonden er drie microfoons op het altaar. De resterende twee stonden gericht op de twee dieners. Pastoor Thijssen had zijn mooi geborduurde kazuifel aan met mooie patronen, beige met een grote brede groene band verticaal van een hele dikke stof. De consecratie is aan de gang, zeg maar het echte heilige deel van de mis. De pastoor heft de kelk met heerlijke bisschopswijn ten hemel en houdt deze hoog boven zijn hoofd. Het is de bedoeling dat ook de misdienaren een slokje van deze goddelijke heilige wijn nemen. Pastoor Thijssen brengt de kelk plechtig omlaag en maakt een korte beweging naar rechts en biedt de kelk aan mij aan. Vroom doe ik mijn ogen dicht en drink plechtig van de wijn. Nou ja, niet VAN de wijn maar DE wijn! Er zit maar heel errug weinig bisschopswijn in de kelk en zonder dat ik het besef heb ik alles in één teugje opgedronken. Onbewust veeg ik met togamouw mijn mond schoon en maak daarbij een klein geluid. Door de microfoon klinkt de kleine geluid ineens ernstig groot en galmt in het godshuis en de kerk mompelt, giechelt en lacht. De houten banken kraken volop. Pastoor Thijssen pakt de kelk weer terug en geeft de lege kelk aan Joris, mijn collegadienaar. Joris zit dat er geen wijn meer in de gouden beker zit en geeft de kelk terug aan de Pastoor zonder deze aan zijn mond gezet te hebben. Wederom rumoer in de kerkbanken. Vervolgens belandt de kelk weer in de handen van pastoor Thijssen en heft de kelk weer hoog ten hemel. “dit is het bloed van christus” zegt hij en brengt de kelk naar zijn mond en doet hij alsof hij de kelk leegdrinkt. Op dit moment ben ik getuige van een leugen van de kerk waar ik zelf de oorzaak van ben.
Met mijn gebeden tot God gaat het ook niet goed. Ik ben binnen gestapt in het busje van de school tandarts. . Het groen/beige busjes doet de school twee keer per jaar aan en staat steevast in de Sperwerstraat met uitkijk op de Pappegaaienstraat. Vanuit het busje loopt een dikke electriciteitskabel naar de Plesmanschool zo’n 40 meter verderop. De school fungeert als een soort laadpaal. We worden op alfabet geholpen. Robert Lirb ligt op de stoel en Ineke Marcus en Edward Neering zitten op het wachtbankkje. Robert heeft het zwaar. We horen wat gekerm terwijl de boor in de rondte zingt. Na Ineke ben ik aan de beurt. “En poets jij wel iedere dag jouw tanden?” vraagt tandarts Liem met zijn Chinese/Indonesische tongval. Aangezien ik niet mag liegen zeg ik eerlijk dat ik wel eens een keertje oversla. Op een direct boze aanvallende toon zegt hij “Je vergeet toch s’ochtends ook niet je onderbroek aan te trekken?!”….. Geen speld tussen te krijgen! Ondertussen kijkt hij met zijn spiegeltje in mijn mond en zegt.. “Dat heb je ervan! Ik zie een paar gaatjes mijn jongen!”, “goed stil zitten ander boor ik in die tong van je” en voor ik het weet is de marteling met de boor aangevangen. God heeft mijn gebeden niet verhoord.
Met het voetbal ging het al niet veel beter, Ajakkes won in 1971,1972 2n 1973 de Europa Cup voor Landskampioenen dus die gebeden waren ook niet verhoord! langzaam, stukje bij beetje brokkelde mijn geloof af als een ijsschots richting zomer.
Edward Neering