De Bloemkooldoctrine

De bloemkooldoctrine

Iedereen kent wel de structuur van een bloemkool. Als je alle roosjes verwijdert houd je de stronk over. De stronk is de kern van de kool die je niet meer ziet als alle roosjes er om heen zitten. Ik gebruik deze groente even als metafoor voor hetgeen ik de afgelopen 43 jaar heb geconstateerd op het gebied van automatisering (ICT) bij de gemeente Amsterdam in het domein van Werk & Inkomen. (Sociale Dienst (GSD, SDA, DWI en WPI)). Om even in de geest van deze weblog te blijven: de constatering van Neering.

Het is 1981, ik werk als uitzendkracht bij de Gemeentelijk Sociale Dienst aan de Vlaardingenlaan in Amsterdam. Ik ben als dossierzoeker (licht administratief medewerker) uitgezonden via BBB uitzendbureau aan de Heemstedestraat. De client van de sociale dienst belde destijds met het nummer 020- 123456 omdat bijvoorbeeld de uitkering niet was uitbetaald/geblokkeerd/niet klopte dan wel was beëindigd. Wachttijden van meer dan anderhalf uur waren niet ongebruikelijk. De telefoon werd uiteindelijk opgenomen door een medewerker van het belblok van de afdeling Comptabiliteit (Berekeningen) daar op het uitkeringsbastion in Amsterdam Nieuw West. Op iedere etage zaten twee afdelingen, op de 2e etage de afdelingen RWW en ABW 65-. Per afdeling was er één computerscherm met inzage in het OP (Overdracht Personen) systeem en 40 medewerkers. Medewerkers moesten, indien nodig, in de rij staan om een printje te maken of de gegevens te kunnen raadplegen. Je zag dan dat bijvoorbeeld de uitkering was geblokkeerd met code 2/01, dat betekende dat er geen werkbriefje (=ponskaart) was binnen gekomen. De client moest dan naar het hoofdkantoor komen om de ponskaart/werkbriefje in te vullen en dan werd de uitkering alsnog met een betaalcheque (zichtcheque) betaalbaar gesteld die bij een kantoor van de gemeentegiro geïnd kon worden. Als het dossier nodig was om de vraag te kunnen beantwoorden liep de medewerker van het belblok de dossierkast in om het dossier te scoren. Geen dossier in de kast dan werd de opdracht om het dossier op de afdeling te zoeken gegeven aan één van de dossierzoekers. Ik struinde alle bureaus af op zoek naar het doel, het dossier. De client bleef aan de telefoon hangen totdat de belblokmedewerker met dossier het antwoord kon geven. Mijn chef destijds sprak mij aan dat ik bij het zoeken meer aandacht had voor de meisjes in plaats van de dossiers, maar dit terzijde. Het netwerken heeft er bij mij altijd al ingezeten ;-).

Even terzijde: Eén van de cliënten van de Soos was kunstenares Fabiola. Zij was een Amsterdamse Paradijsvogel met uitbundige uitdossingen. Als dank voor de maandelijkse uitkering stond zij één of twee dagen per maand op de stoep bij de Vlaardingenlaan zodat zij als kunstobject door het personeel vanuit de diverse etages door de kantoorramen bekeken kon worden. Hier werd zeer wisselend door de medewerkers op gereageerd. Ik zelf vond het een apart fenomeen en fantastisch om te zien.

Fabiola als kunstwerk in de Amsterdamse Leidsestraat

Dus één computer op een afdeling voor raadplegen en printen. Zaken wijzigen in het OP systeem ging via opdrachten/ponsdocumenten die vervolgens, na goedkeuring, door datatypistes elders in het computersysteem werden ingevoerd. Opdrachten aan de Kas beneden bij de wachtkamer om aan een client een betaling te doen gingen via buizenpost.

In 1989 werkte ik als bijstandsmaatschappelijk werker recht tegenover de Burgemeesterswoning op de Herengracht op de hoek Vijzelstraat/Herengracht. Het meeste ging via papieren dossiers en formulieren. Revolutionair was de introductie van geautomatiseerde brievenboek naast het raadplegen van het eerdergenoemde OP systeem. Dit ging via het IRAKA systeem. Dit was ook voor het eerst dat er op elk bureau een computerscherm verscheen. Een bijstandsuitkering via de Rijksgroepsregeling Werkloze Werknemers (RWW) werd via brief 0012 aan de klant bekend gemaakt. Ook de eerste koppeling tussen twee systemen, het OP systeem en de IRAKA software. Doel van dit alles was om de organisatie efficiënter te maken. Later is gebleken dat het koppelen van allerlei applicaties vaak tot een ICT spaghetti te leiden.

En zo zijn door de jaren heen  nieuwe systemen ingevoerd om de organisatie efficiënter te maken, medewerkers te ontlasten van administratieve taken, managementinformatie te generen enz. Uiteindelijk moest dit alles ten goede komen aan klanten/cliënten en medewerkers. De vraag is natuurlijk of dit daadwerkelijk is gerealiseerd.

In 1992 kwam ik als personeelsconsulent terecht in de publieke re-integratie van langdurig werklozen. De uitvoering was belegd bij Bureau Maatwerk later Maatwerk Amsterdam. Hier werden de eerste stappen gezet naar een client/werknemersvolgsysteem. We hebben het over de opbouw van de applicatie M2000. Het begon heel simpel, het weergeven van een caseload van een personeelsconsulen door één druk op de knop. Een handige lijst voor het overzicht en handig als gespreksdocument tussen manager en medewerker. Door de jaren heen dijde het klantvolgsysteem uit. De salaris administratie werd er aan gekoppeld en later  ook een brievenboek, de beoordelingssystematiek voor de banenpoolers/JWG’ers enz enz. Eerst was het nog faciliterend maar later dwingend.  Dit systeem “vervuilde” al heel snel. Vervuiling van data of het ontbreken ervan is nog steeds vaak een probleem bij huidige applicaties. De personeelsconsulent zat steeds meer achter het bureau om het systeem te vullen enz.

M2000 werd in 2003/2004 het BanenmarktVolgSysteem (BVS) Het was het ondersteunende systeem op de georganiseerde “Megabanenmarkt” in het Westelijk Havengebied van de gemeente Amsterdam. Alle klanten van de Sociale Dienst Amsterdam met een bijstandsuitkering moesten door “een wasstraat” en iedereen zou een passend aanbod krijgen. Veel commerciële bedrijven werden ingevlogen. Vanuit de gemeente ontstond er een betere relatie tussen Maatwerk Amsterdam (WIW (voorheen banenpool en de Jeugd Werk Garantiewet (JWG)), de NV Werk (Melkertbanen en re-integratietrajecten) en de Sociale Dienst Amsterdam wat zich vooral toelegde op de rechtmatigheid van het betaalbaar stellen van bijstandsuitkeringen. Of de samenwerking ook echt verbeterde valt te betwijfelen.

Aan de inkomenskant bij de Sociale Dienst Amsterdam had het OP systeem plaats gemaakt voor NUS (Nieuw Uitkering Systeem) Hele beslisbomen in het systeem zorgden voor een oerwoud van gedwongen stappen. Een medewerker was er lang zoet mee om een klant recthtmatig een uitkering te verstrekken.

Op 1 januari 20o6 was de fusie tussen de drie samenwerkingspartners van de Megabanenmarkt een feit. Samen werden zij de Dienst Werk en Inkomen. Uiteindelijk werd BVS het RAAK Systeem als klantvolgsysteem naast NUS. RAAK begon goed maar al snel werd er weer van alles aan toegevoegd, soms oneigenlijk. Inmiddels is RAAK overgegaan in BASIS van Pink Rocade. Ondanks vele toezeggingen is het er niet simpeler op geworden. De publieke reïntegratiepoot binnen de opvolger van DWI=WPI (Werk, Participatie en Inkomen) is daarnaast haar autonomie in dit softwarepakket volledig kwijt geraakt.

Zelf heb ik in 2004/2005 een pilot gedraaid met externe klantmanagers (nu heten zij klantbegeleiders) van buiten de Sociale Dienst om de splinternieuwe functie van klantmanager te creëren, Met het uitgeklede BVS systeem spraken zij 22 tot 26 klanten fysiek per week. In 2017 kwam ik als interim manager terug bij de WPI afdeling Participati De toppers onder deze klantmanagers spraken gemiddeld tussen de 8 a 10 klanten per week. De gemiddelde klantmanager sprak 5 tot 7 klanten per week en de zwakke broeders en zusters of degenen die de kantjes ervan af liepen spraken een paar klanten per week. Ik verwonderde mij over de grote verschillen tussen de 2004/2005 en 2017 en tussen de klantmanagers onderling. Ik ben naast een aantal afzonderlijke klantmanagers gaan zitten achter de computer, 2 uur per medewerker, Het systeem (RAAK) poepte steeds weer nieuwe taken in de takenbak van RAAK van de afzonderlijke klantmanager. Lang verhaal kort, een aantal klantmanagers werd bijna volledig in beslag genomen door RAAK. Ik zag ook andere dingen zoals gebrek aan sturing door het management, een aantal onbewust onbekwame medewerkers en nog veel meer. Ook zag ik een aantal taken bij de klantmanager die daar helemaal niet thuishoorden maar in de back office..

Daar waar vaak de bedoeling is dat ICT/Software de klantbegeleider of re-integratie consulent moet ontlasten of faciliteren om een goede en snelle dienstverlening aan een klant te kunnen verzorgen werkt deze dus vaak averechts. De stronk van de bloemkool is al snel niet meer zichtbaar omdat er van alles, met alle goede bedoelingen, aan toe wordt gevoegd en de gebruiker zit met de gebakken peren om langdurig van A naar B te komen en de klant krijgt hierdoor steeds minder aandacht. De vraag is natuurlijk hoe de bloemkooldoctrine doorbroken kan worden. Als het simpel is EN het is goed, dan is het dubbel zo goed! Is hier allang niet meer van toepassing.

Edward Neering

Berichten uit het zwarte gat!

Berichten uit het zwarte gat!

Pas je op voor het zwarte gat?  Wat ga je nu doen?  Heb je een PIZ cursus gevolgd?  Vragen die steeds weer terugkwamen  rondom mijn verlof/pensioen zo’n twee maanden geleden. Ook ervaringsdeskundigen die het pensioen inmiddels jaren doorleefd hebben waarschuwen voor de eerste periode.

Het was een bijzondere periode de maanden voorafgaand aan mijn vertrek bij de gemeente Amsterdam. Na 43 jaar gemeente en in totaal 50 jaar werken was/ben ik er wel klaar mee. Sinds 2009 heb ik veel opdrachten als interim manager dus een functie/rol is altijd tijdelijk en neem je telkens weer afscheid en begin je steeds weer opnieuw in een netwerk, vaak in een nieuw domein. Dus het bye bye effect is mij niet onbekend. Toch is het nu anders. Op het moment dat je met een nieuwe opdracht start heb je ook weer een nieuwe status terwijl de oude status van de vorige opdracht alweer verdampt is aan de horizon. Nu is deze werkstatus er niet meer. In een razend tempo verdampte mijn mailbox. Ik haalde mijzelf uit groepen, weigerde afspraken, werd uit mail, Signal en Whatsappgroepen gehaald en voordat ik het wist ontving ik geen berichten meer. Af en toe nog een appje van een oud collega voor een wandeling in het voorjaar of een koffietje in de komende weken.  Lang verhaal kort, het voelt een beetje kaal.

Maar wat is het lekker om in de ochtend een uurtje langer te blijven liggen en in de winter met daglicht je dagelijkse ochtendwandelingetje te doen van zo’n drie kwartier. Kom je thuis wat opruimen en lummelen en na de Pioppilunch even een tukje doen van een half uur en vervolgens een uurtje naar de sportschool (jaarabonnement genomen) om te werken aan het goddelijk lichaam. Vervolgens douchen en regelmatig naar het Filmhuis in Alkmaar (Cineville-pas genomen). Periodiek naar AZ als trouw seizoenskaarthouder.Op zich is dit al een nieuwe structuur met vervlochten oude stuctuur die noodzakelijk is als “vervanging van”. Dus geen oeverloze vergaderingen meer. Geen gedoe meer. Geen deadlines meer. Geen spelletjes meer. Geen negatieve energie. Geen 100 mails per dag. Geen…enz enz. Heerlijk!

Wel meer aandacht voor mijn familie nu (ik ben de jongste van 14 kinderen). En, deze blog is het bewijs, ik pak de Neeringweblog weer op. Voorts ga ik met mijn vriend Bo een podcast doen als hij straks ook met pensioen is, de BOEDcast. Zal over van alles gaan. Daar tussendoor twee keer hardlopen (Witte Keniaan) en de obsessieve minimaal 10.000 stappen per dag. Voorts ben ik in de leer bij mijn partner om mijn culinaire vaardigheden aan te scherpen en doen we uiteraard samen het huishouden. In mijn wijk zit ik ineens in een nieuw project voor vervanging van de al 25 jaar oude warmtepompen compleet met warmtelussen.

Hoezo zwart gat?

Edward Neering

Schilderij Klaprozen van Marja Keijzer

50 jaar later…..

50 jaar later……

Daar zat ik dan. Geheel verlaten in een geel granieten cel  met nummer 15 op het politiebureau in Hoofddorp. Zelfs de tafel en stoel waren van het gele granieten materiaal. Het is 26 juli 1976 en ik was al een jaar aan het werk als rozenplukker/bosser in de rozenkwekerij van Jos Ruhe aan de Sloterweg in Amsterdam-Sloten recht tegenover de Wielerbaan. Ondanks Atheneum (nu VWO) CITO advies toch op de MAVO in Amstelveen gezet in verband met mijn slechte ogen (Nystagmus).  Na de MAVO zou ik eigenlijk naar de bestuur academie gaan, echter als niet te stuiten jongere ontdekte ik het Leidseplein en omgeving. Ik koos voor het directe geld om met mijn vrienden op stap te kunnen gaan en ging aan het werk in plaats van naar school.

Het doet er even niet toe waarom ik in de cel zat en uiteindelijk voor de rechter kwam. Wat ik nog weet dat ik na twee dagen cel vrij kwam en door een woedende vader direct naar mijn werk werd gestuurd om rozen in de kwekerij te bossen in de avonduren. Zo bevolen, zo gedaan. De normlat om te werken/een baan te hebben lag dus hoog. Bijna 50 jaar later sta ik op de drempel van mijn pensioen. Tijd om terug te kijken.

Na de rozenperiode heb ik in de jaren zeventig van alles als uitzendkracht gedaan. Pompbediende, magazijnbediende, postkamermedewerker, manusje van alles en heftruckchauffeur. Uiteindelijk kwam ik in 1981 als uitzendkracht via BBB-uitzendbureau terecht bij de Gemeentelijke Sociale Dienst Amsterdam aan de Vlaardingenlaan in de rol van “dossierzoeker” van het belblok op de afdeling waar de berekeningen (comptabiliteit) voor de uitkeringen voor de Amsterdammers werden gedaan. Elke afdeling had één computer met de dagelijkse file van collega’s er voor die iets moesten checken,raadplegen of printen.

Parallel ben ik tijdens deze start van mijn werkzaam leven in de avonduren en in de weekenden vrijwilliger geweest als bestuurslid van Jongerencentrum SmoeS in Amsterdam Sloten van 1977 tot half 1982. SmoeS was het alternatief voor de gangbare disco in Badhoevedorp/Sloten en omgeving. Ongelofelijk veel daar mee gemaakt van hoogte- tot dieptepunten. Ik noem dit even apart omdat ik hier eigenlijk gevormd ben. Over jongerencentrum SmoeS is overigens onlangs een bijzonder, prachtig en rijk geïllustreerd boek verschenen. Mijn periode en bijdrage van 1977 tot 1983 staat hierin uitvoering beschreven met evenementen (Drs P, Herman Brood aan de afwas, Jules Deelder, Osdorp Posse, Doe Maar enz, enz.) Veel korte verhalen, foto’s en anekdotes. Zelf heb ik ook een aantal bijdragen geleverd aan dit opmerkelijke  boek. Ik benoem het vrijwilligerswerk toch even apart omdat dit juist ook belangrijk is in een werkzaam leven.

Terug naar de betaalde arbeid. Het was in 1981 volop crisis en veel werklozen, dus veel uitkeringen werden bij “de SooS” aangevraagd. Uit eigen initiatief was ik gestart met MBO en HBO- opleidingen in de avonduren (1981 tot 1987). Via dat netwerk werd ik gevraagd om als “maatschappelijk werker” bij de sociale dienst te solliciteren. Zij hadden wel “een contactje” die zou regelen dat ik zou worden aangenomen onder voorwaarde dat ik wel succesvol door de psychologische test van de GG en GD zou komen en een bewijs van goed gedrag zou krijgen. Dat laatste was nog maar de vraag gezien mijn gang naar de rechter in 1976.

En zo ging ik als groen blaadje in 1982 aan de slag op de hoek Vijzelstraat/Herengracht schuin tegenover de Bazel (nu BIA en Stadsarchief) in het GSD-rayonkantoor Centrum en recht tegenover de burgemeesterswoning. Ik had bij de start alleen MAVO en startte in 1982 in schaal 5 van het gemeentelijk salarisgebouw. De rest van de jaren tachtig in de uitvoering gewerkt achter het loket van de sociale dienst op diverse locaties. Het was een tijd van met “de poten in de modder” zonder beveiligers, roken in de spreekkamers, stoffige dossiers en van tandenborstelonderzoeken in de buitendienst en een uitputtende agressie.

Inmiddels ook het diploma Voortgezet Management (1991) gehaald. In oktober 1992 voor mij de logische stap gemaakt naar re-integratie van mensen in de bijstand naar een betaalde baan als personeelsconsulent (begeleiding banenpoolers met contract met wml) bij Maatwerk Amsterdam en daar vanaf 1994 in het management.

De jaren negentig diverse rollen in het management gehad bij Maatwerk Amsterdam. Hoogtepunt binnen deze rollen was het projectleiderschap van Wisselwerk Amsterdam. Het gaat te ver om dit nu allemaal uit te leggen maar de essentie was een succesvolle vorm van herverdeling van arbeid binnen een experiment van vier jaar (1997 – 2001). In de jaren nul eerst een jaar lang de BAAK gedaan en daarna diverse rollen gehad o.a. als ontwikkelmanager (samen met Boer & Croon) van de kernfunctie van klantmanager bij de nieuw op te richten fusiedienst “Dienst Werk en Inkomen(DWI)” die vanaf 2006 van start is gegaan. Ik begon binnen DWI  zelf in de rol als afdelingsmanager “Werk en Uitvoering”/Directeur stichting Herstelling van oktober 2005 tot 2009. Deze afdeling deed de publieke re-integratie binnen Amsterdam. Ook hier veel meegemaakt en een heerlijke tijd in twee vrije rollen en gewerkt met fantastische en bevlogen collega’s.

Vanaf 2009 interim manager bij de Adviesgroep Amsterdam (AGA) en later vanaf 2015 bij Bureau Interim en Advies (BIA). Van alles (ca 17 opdrachten) gedaan in de rollen afdelingsmanager/teammanager /programmamanager/procesmanager/crisismanager en projectleider. Gewerkt in het fysieke en sociale domein, de stadsdelen en dienstverlening. Leuke (o.a. Burgerzaken/Stadsdeel Zuidoost/Armoedebestrijding) en vervelende opdrachten (o.a. erfpacht) gedaan.

Met nog vier jaar te gaan was in 2020 de cruciale vraag “hoe nog verder!?” Lang verhaal kort, ik heb  mijzelf verkiesbaar gesteld voor de Ondernemingsraad voor alle 18.000 ambtenaren/collega’s. Met een enorm mandaat werd ik gekozen en belandde in het dagelijks bestuur van de OR. Ik heb geleerd dat als je er echt voor gaat dat dit echt een vakgebied is ook al wordt er vaak badinerend over gedaan. Hoe de medezeggenschap in Amsterdam is georganiseerd is echt niet goed. Een OR en een werkgever houden geen 60 directies in de kruiwagen, beter is het om de medezeggenschap te organiseren op clusterniveau. Het moet dus echt anders. Ik schrijf hier een aparte blog of persoonlijke brief over en zal deze sturen aan de gemeentesecretaris. (inmiddels gedaan EN/dec 2025)

Van de cel naar schaal 5 tot waar ik nu ben aangeland. Het kan allemaal wel. En vooral mijn collega’s die ik achterlaat wil ik afsluiten met een advies:

Blijf jezelf! Wees Authentiek!

Geloof in je zelf!

Ontwikkel jezelf!

Wees niet bang om zo nu en dan buiten de lijntjes te kleuren

Vergeet de 7 vinkjes!

Vertrouw op je intuitie!

Gebruik je Gezond Boeren Verstand (GBV)!

Verander regelmatig van rol!

Wees niet vies van humor!

….. en denk nog eens aan mijn adagium:

“Als het simpel is EN het is goed, dan is het dubbel zo goed!”

Het gaat jullie goed!

Edward Neering

Stijn Wilke neemt als directeur van BIA (Bureau Interim en Advies) afscheid van Interim Manager Edward Neering

De roerige jaren in Sloten/Badhoevedorp

Het onlangs verschenen boek “Rond de Sloterbrug, de roerige jaren”

Rond de Sloterbrug

Ook al ligt er een brug tussen Badhoevedorp en het dorp Sloten. Velen zullen het als één dorp zien. De scheiding door de Ringvaart doet er eigenlijk niet toe. Hier haakt de boekenreeks “Rond de Sloterbrug” perfect op aan. Na het eerste deel van “de naoorlogse jaren” is nu het tweede deel verschenen over de roerige jaren zestig en zeventig. Geschreven door zestigers van nu maar in die tijd pubers/jongeren met een katholieke achtergrond.

Diverse verhalen vanuit verschillende invalshoeken. Iedere schrijver neemt je mee naar hun eerste meisjescontact/de eerste kus. Een ode aan de Osdorperweg of een wrange herinnering in het tuindersleven in Sloten. Aangezien ik zelf ook zestiger ben zijn het vaak levendige herinneringen waar ik zelf aan deelnam dan wel over gehoord heb.

Mooi om te lezen over het kraken van het Wees en Armenhuis in de de Akerpolderstraat in Sloten waar uiteindelijk toch jongerenhuisvesting is gerealiseerd in 1977. De tijd van het in het verzet komen tegen je ouders. De tijd van disco’s (Klaverblad/Liebregts) en elders blowen. De tijd van “de Waterwolf” wat transformeerde van bioscoop tot jongerencentrum. De tijd van huisarts Faber, een bevlogen dokter zonder pardon en van de Slotense pastoor Coelen die zich als vertegenwoordiger van God op aarde zich veel permiteerde en in onmin leefde met de katholieke Sloternaren. De tijd van de tankwagen van Ultragas die klem kwam te zitten onder de A9 op de Sloterweg te Badhoevedorp. In het dorp moest toen in de herfst van 1978 een deel van het dorp worden ontruimd vanwege explosiegevaar. De tijd van het verschijnen van een engel in de Lucaskerk en de tijd van een vliegtuigkaping. En ook de tijd in 1976 van heuse politiepistoolschoten op de Sloterbrug met alle gevolgen voor mij persoonlijk van dien. Tenslotte ook de tijd van de bruiloft van één van mijn broers in Vink en Boer in Sloten en dat die nacht de hele omgeving rond de Baden Powellweg/Pieter Callandlaan werd afgezet i.v.m. het neerschieten en arrestatie van twee RAF (Rote Armee Fraktion) terroristen.

Kortom een pallet aan levendige verhalen/herinneringen in een turbulente tijd. Wat mij zelf heeft getroffen is het verhaal van mijnheer Smoes die, zonder dat hij het ooit geweten heeft, naamgever is geworden van het jongerencentrum SmoeS in de voormalige recreatiezaal van het bejaardenhuis in de Akerpolderstraat. In feite was dit jongerencentrum een succesvolle opvolger van de Waterwolf in Badhoevedorp dat slechts korte tijd heeft bestaan begin jaren zeventig, SmoeS heeft uiteindelijk meer dan 25 jaar bestaan en zelf ben ik gelukkig onderdeel geweest van deze geschiedenis als bestuurslid gedurende vijf jaar (1978/1982). Ik voel aan mijn water dat er ooit nog een boek wordt geschreven over dit jongerenbolwerk door de jaren heen.

Nog even over de tankwagen van Ultragas onder de A9. Het verhaal laat onvermeld dat er nog iets bijzonders speelde die dag. De NTS (nu NOS) van Frits Thors was uitgerukt om een reportage te maken over het grote gevaar voor Badhoevedorp. In die tijd kwam het dorp natuurlijk niet iedere dag in het nieuws (ook niet bij de files ;-)) . De cameraploeg met presentator was volop aan het draaien en het zou op het nieuws komen van 7 uur. (Toen was er om zowel 7 uur als acht uur een journaal) Wij jongeren liepen achter de presentator langs om in beeld te komen, sommigen sprongen! De hele familie zat klaar om Badhoevedorp in de schijnwerpers te zien staan in het dagelijkse nieuws en wellicht een glimp van mij in beeld. ………Toch zijn we nooit in het nieuws geweest met dit onderwerp. Vijf voor zeven kwam er een extra journaaluitzending. “Er komt witte rook uit het Vaticaan, we schakelen nu rechtstreeks over naar Rome om te kunnen kennismaken met de nieuwe Paus”. Dag nieuws en dag “moment of fame”.

Het boek “Rond de Sloterbrug deel 2” is te verkrijgen bij boekhandel Jaspers in Badhoevedorp en Meck en Holt in Amsterdam-Osdorp. Bestellen via de website www.ronddesloterbrug.nl kan ook.

Edward Neering

De schrijvers: vlnr: Paul Kroes, Jan Loogman, Kees Loogman en Kees Schelling

Met hart en ziel!

Met hart en ziel!

1 november 2021 was ik 40 jaar in dienst bij de gemeente. Nu de mijlpaal van veertig jaar bereikt is (ik voel mij als 63 jarige overigens nog een jonge god van rond de veertig maar dat terzijde) moet ik terugdenken aan de 7 vinkjes (zie foto) van Joris Luyendijk begin 2020. Hij gaf een lezing op mijn werk wat veel stof deed opwaaien. Samengevat, met 7 vinkjes (zie afbeelding) behoor je tot de elite van Nederland en is je kostje gekocht. Eigenlijk heb ik er maar vier: Ik ben man, blank, hetero en woon in de Randstad. Over het vinkje ABN zijn de meningen verdeeld. Dus met vier vinkjes in mijn rugzak begon ik de trektocht van meer dan 46 jaar werken reeds in 1975 (James Brown, Motown en heel veel meer soul*)  op mijn 16e startte ik te werken in een rozenkwekerij in Amsterdam Sloten tegenover de wielerbaan waar nu Nieuw Sloten is. Vervolgens pompbediende, magazijnbediende, manusje van alles en adm. medewerker enz tot 1982, vaak in de rol van uitzendkracht en een vast contract bij Turmac Tobacco Company, international sales & import corporation.

De 7 vinkjes van Joris Luyendijk

Op zich ben ik trots op waar ik nu sta. Ooit ben ik bij de gemeente Amsterdam begonnen als uitzendkracht (BBB) bij de sociale dienst Amsterdam als dossierzoeker, dat was eind 1981 (Joe Jackson, Elvis Costello, The Clash en veel meer New Wave). Eerder was ik in 1981 twee maanden (na 8 maanden uitzendkracht) in dienst bij de gemeente bij de dag/avondscholengemeenschap voor Volwassenen als adm. medewerker (zie afbeelding aanstelling). De laatste maanden van 1981 was ik als uitzendkracht dossierzoeker bij de Gemeentelijke Sociale Dienst Amsterdam op de Vlaardignenlaan. Op 1 januari 1982 startte ik als maatschappelijk werker bij de Wet Werkloosheidsvoorziening (WWV) in schaal 5A en zit nu, 40 jaar later,  bij mijn huidige Amsterdamse directie in een topschaal in rol als interim manager. Niet om daar prat op te gaan maar om de salarisroute langs de trektocht te duiden. Samengevat van dossierzoeker naar de top in het Amsterdamse ambtenarendomein!

Weliswaar had ik op de lagere school bij de CITO test een VWO/ Atheneum score maar mijn ouders en de directeur van de Plesmanschool in Badhoevedorp vonden het veel verstandiger dat ik eerst maar eens zou starten op de MAVO (nu VMBO-T) dit in verband met mijn slechte ogen (nystagmus). Even verder als achtergrond: ik kom uit een arbeidersgezin, mijn vader (banket) bakker en moeder huisvrouw en ben de jongste telg van 14 kinderen. Aansluitend op de MAVO (Suzy Qautro, Albert Hammond, the Hollies) zou ik naar de bestuursacademie gaan voor een opleiding van gemeenteambtenaar. Dat ging echter niet door omdat ik het uitgaan had ontdekt op het Leidseplein en omstreken en ik geld nodig had. Al mijn vrienden waren werkende jongeren. Dus niet naar school gaan en aan het werk op de eerdergenoemde rozenkwekerij. Veel geld, veel drank, veel uitgaan enz enz. Ik zeilde langs de randen van de jeugdcriminaliteit. Ik maakte furore als soulkicker, maar langzaam transformeerde ik naar stuffie (je rookte af en toe een joint en had lang haar en draaide Pink Floyd, Genesis, Yes, Supertramp enz) en ging van het discothekencircuit naar het vrijwilligerswerk in jongerencentrum SmoeS in Amsterdam Sloten waar mijn vriendenkring transformeerde van LTS’ers (nu VMBO-prakijk) naar HAVO/VWO. Ik werd als snel bestuurslid van Smoes en coördineerde het programma-aanbod van het jongerencentrum (Doe Maar, Herman Brood, drs P, de Dijk , Jan van de Grondgroep, Filter, the Blitzz enz) , de manager zat toen al een beetje in het bloed. 

Als interim manager bij stadsdeel Zuidoost op bezoek bij WPI/Amsterdam Werkt!

Mijn nieuwe vriendengroep ging studeren op universiteiten en HBO met studiebeurs. Mijn MBO, HBO en Voortgezet Management heb ik allemaal in de avonduren gehaald naast toen nog een werkweek van 40 uur in de jaren tachtig. Ik groeide vanaf januari 1982 (The Police, Fischer Z, OMD, Ultravox enz)  op in het domein van de toenmalige sociale dienst en zat later als bijstandsmaatschappelijk werker achter het loket in het pand schuin tegenover BIA op de hoek Vijzelstraat/Herengracht (zie screenshot foto). Het was de tijd van de grote kernwapendemonstraties en de Bhagwan. Ik zag de hele maatschappij aan mij voorbij trekken en naast de doorsnee burger veel studenten, kunstenaars (BKR regeling), sekswerkers, junks, pooiers en toen al veel klanten die psychisch van het padje af waren (de vandewapseknapsen). 

Kortom, geen academische studie gedaan maar toch altijd weer een stapje gemaakt. Vanaf 1992 (Red Hot Chili Peppers, Sinead O’conner, Acda en de Munnik) in het re-integratiedomein van Werk & Inkomen en van 1994 (Youssou N’dour enz > veel wereldmuziek) in het management terecht gekomen bij Maatwerk Amsterdam in schaal 10 als adjunct vestigingsmanager op Plein 40-45). Van 1994 tot 2009 (Anouk, Taylor Swift….ik ga nu snel anders wordt de blog te lang!) heb ik allerlei managementrollen gehad in het domein van Werk en Inkomen. Ook naast WPI nog een paar jaar directeur geweest van de stichting Herstelling. Kern van steeds weer wat anders doen is dat ik mij snel verveel en dan steeds weer iets anders wil. Perfect dus dat ik in 2009 overstapte als interim manager bij de Adviesgroep Amsterdam (AGA) de voorloper van Bureau Interim & Advies (BIA). Inmiddels ben ik in 2021 circa 16 opdrachten verder. Bij AGA waren twee van drie kernwaarden: gewoon doen en mobiliteit.

Herengracht 519 schuin tegenover de Bazel waar mijn huidige werkgever (Bureau Interim & Advies) is gevestigd. Recht tegenover de burgermeesterwoning.

En al zeg ik zelf. Kenmerkend aan mij is dat ik altijd bevlogen en met trots voor de Amsterdamse publieke zaak heb gewerkt en dat nog steeds doe. Dat ik zelf heb gezorgd voor zeer veel afwisseling, vooral mijzelf ben gebleven (nooit naast je schoenen lopen) en altijd mijn gezond boerenverstand heb gebruikt in combinatie met ongetwijfeld wat talent en niet te vergeten een dosis humor. Sinds november 2020 zit ik in de stedelijke ondernemingsraad (ik werk aan generatiepact/estafettebanen, hybride werken en reorganisatie van de huidige Amsterdamse sociale dienst (=Werk Participatie en Inkomen WPI). Ook een goede keuze die perfect bij mij past naast mijn huidige opdracht als stedelijk procesmanager Ontwikkelbuurten. Met de OR heb ik het gevoel toch wat terug te doen voor Amsterdamse collega’s, maar ook voor Amsterdam als werkgever zo aan het eind van mijn werkzaam leven. En ik geef jullie op een briefje: bij de OR verveel je je nooit! 😉 Samengevat voel ik mij een ondernemende ambtenaar/werknemer die werkt als interne externe maar wel onder de veiligheid van een vast contract, dat dan weer wel.

Terug naar de zeven vinkjes van Luyendijk. Blijf altijd in beweging (mobiliteit), blijf jezelf (authentiek), werk met hart en ziel (bevlogenheid) voor de publieke zaak, hou van jezelf en van je naasten (liefde), pak je kansen (gewoon doen), blijf nieuwsgierig, vergeet de humor niet en met een beetje mazzel erbij kom je waar je wezen wilt! Vinkjes of geen vinkjes! 

Edward Neering

*direct maar ook een veertig jarige persoonlijke muziekladder erin gedaan. 

Leukste baan in de uitvoering: personeelsconsulent bij gemeentelijk re-integratiebedrijf Maatwerk Amsterdam 1992/1994

Leukste baan: Projectleider Wisselwerk 1997/1999

Meest turbulente baan: Manager publieke re-integratie bij de dienst Werk en Inkomen 2005/2008

Leukste klus bij AGA: Hoofd burgerzaken stadsdeel Oost 2011/2012

Leukste klus bij BIA: programmamanager werk & Inkomen stadsdeel Zuidoost 2015

Leukste organisaties: Maatwerk Amsterdam en Bureau Interim & Advies

Meest saaie klus: Procesmanager modernisering erfpacht bij OGA 2013/2014

Rode draad 40 jaar muziek tijdens werk: Joe Jackson 1979/heden

Waar het meest last van gehad in de uitvoering: Agressie

Waar ik niet tegen kan: dominante bruldirecteuren

Op kamp!

Op kamp!

rechts met het lange witte haar ben ik

Als kinderen maar ook als vroege pubers kwamen de kinderen/jongeren uit Badhoevedorp veel in de speeltuin in Amsterdam-Sloten. Later kwam in Badhoevedorp speeltuin de Uiver en trokken de locale kinderen daar naar toe. Hoe dan ook mijn vrienden ik hadden een band opgebouwd met de speeltuin in Sloten. Vaste prik waren de films in het speeltuingebouw op zondagmiddag, voor 25 cent (guldentijdperk) was je onder de pannen. In het voorprogramma tekenfilms met Woody Woodbecker, Tom & Jerry, Laurel en Hardy en  Popeye. De hoofdfilms waren avonturenfilms zoals Tarzan of een tranentrekker “Alleen op de wereld”. In de pauze voor 5 dan wel 10 cent gekleurde sleuteldrop, dropcenten, roze spekken, negerzoenen (mag je niet meer zeggen nu), Bonanza kauwgum en dropveters en natuurlijk de exota-priklimonade wat zo zoet was dat de vullingen spontaan uit je kiezen vlogen.

De speeltuinvereniging organiseerde ook een jaarlijks zomerkamp. In mijn herinnering ben ik twee mee geweest naar het tentenkamp in Voorthuizen. De laatste keer als veertien of vijftienjarige (zie foto) samen met mijn vrienden uit de Ekster/Nachtegaalstraat. De jeugdbegeleider kwam langs bij de ouders van iedere jongere m.b.t. uitleg en spelregels van het zomerkamp. Mijn moeder zij alleen bij mijn vertrek: “en goed luisteren!” ik”: “ja mam”. De gehuurde bus van Maarse & Croon (zou nu Conexxion heten) was op weg naar het oosten van het land richting biblebelt. In die tijd ging je niet op vakantie met je ouders omdat dat de gewoonte niet was en bovendien was er geen geld voor. Het zomerkamp in Voorthuizen kostte zo rond de 35 gulden per week/per kind. In een groot gezin was het een welkome situatie als de jongste even de hort op was.

In Voorthuizen stonden op een land bij een boer grote witte tenten met een grote hoofdtent waarin gegeten werd en waar overdag spelactiviteiten waren. Binnen de tenten lagen pallets met daarop geruite matrassen. Ik denk 7 matrassen aan iedere kant. De leiding per groep werd toegewezen en Rinus en Ruud waren de groepleiders van de Hommels. Naast de Hommels hadden we de Wespen, de Bijen, de krekels en zo kunnen we nog wel even doorgaan. Meisjes strikt gescheiden van de jongens. Overdag veel spelactiviteiten zoals tafelvoetbal, gewoon voetbal, volleybal, wandelingen naar de kampwinkel, vrije tijd en soms avondwandelingen met het hele kamp. En zo nu en dan een strafwandeling in de nacht als er niet geluisterd werd.

Maar dus ook vrije tijd. Als groepje jongens besloten we om naar het plaatsje Voorthuizen te gaan zonder begeleiding. We waren met zijn veertienen en baldadig liepen we door het dorp richting Voorthuizen door het grote bos. Het opperhoofd van het kamp was ome Manus die met strenge hand regeerde maar soms ook de lieve opa was. Al wandelend zongen we liederen. Liederen waar geen eind aan kwam zoals de bekende wandelhit “het potje met vet”. Hoe verder van het kamp hoe baldadiger de teksten:  Luid klonk uit de kelen “Ome Manus is gevallen van de vliering op zijn ballen, ohhh wat deed dat zeer!” en “Al lig ik met mijn kloten onder de trein, dan zullen mijn laatste woorden zijn: Heineken bier, Heineken bier!”

Maar er was natuurlijk ook de chemie tussen jongens en meisjes. Lang verhaal kort op de terugweg van Voorthuizen naar Sloten gaf ik mijn eerste tongzoen. Heleen en ik hadden voor even verkering met elkaar. Heleen woonde in de Domela Nieuwenhuisstraat in Osdorp achter buurthuis Jes aan de Baden Powellweg/Klaas Katersstraat. De tongzoen was natuurlijk een belangrijke mijlpaal in mijn liefdesleven.

Edward Neering

krokodillentranen

oktober 2020: campagne Wij de Stad/Amsterdamse OR

Krokodillentranen

Ik zit vanaf november 2020 in de Amsterdamse Ondernemingsraad en ik ben beland in een totaal andere wereld dan die in de rol van BIA interim manager voor de gemeente Amsterdam. Nou ben ik wel wat gewend na bijna 40 jaar gemeentelijke dienst maar de dynamiek binnen de Amsterdamse medezeggenschap is een bijzondere.

Er is een nieuwe balans gekomen. Na 50 jaar ondernemingsraden in de gemeente Amsterdam is het niet meer zo dat de vakbonden de meerderheid hebben van de 25 zetels. De vrije lijsten hebben samen 13 zetels en de bonden hebben 12 zetels, de FNV overheid heeft hiervan 10 zetels. Van de 13 zetels van de vrije lijsten zijn er 9 voor “Wij de Stad!”, de fractie waar ik toe behoor. Kortom het is nu voor het eerst dan de vrije lijsten een positie hebben. De vrije lijsten zijn voor constructief overleg met de bestuurder (de gemeentesecretaris) en zijn een voorstander van een regierol van de Ondernemingsraad en de het echte werk van medezeggenschap gedaan moet worden binnen de meer dan 50 directies. Voorts zijn de vrije lijsten kritisch op verworven OR-privileges en dat je naast OR werk ook je eigen werk doet.

De nieuwe verhoudingen leiden zo nu en dan tot wrijving, is niet erg want zonder wrijving geen glans. Zowel de bonden als de vrije lijsten moeten wennen aan de splinternieuwe verhoudingen. De nieuwe balans past ook in een maatschappelijke trend immers de rol van de vakbonden is snel minder aan het worden, de achterban vergrijst en er is te weinig aanwas van jongeren. Diezelfde trend zien we terug in medezeggenschapsland.

Toch bracht het nieuwe evenwicht onlangs een dieptepunt. Net zoals Tjeenk Willink in Den Haag werkt aan herstel van vertrouwen bij de kabinetsformatie is dit niet anders dan in Ondernemingsraadland binnen het Mokumse domein. Half april 2021 waren er binnen de OR verkiezingen voor het dagelijks bestuur(DB). Als eerder hadden de vrije lijsten gepoogd om het aantal zetels binnen het DB terug te brengen van 7 naar 5 maar hier was volgens de reglementen een twee derde meerderheid voor nodig en dit voornemen werd geblokkeerd door de bonden (FNV/NBB). De vrije lijsten vinden het belangrijk dat in het DB alle partijen zijn vertegenwoordigd (3 vrije lijsten en 2 bonden) vandaar de keuze voor vijf zetels om tot een optimale samenwerking en herstel van vertrouwen te kunnen komen. Nu er toch zeven zetels komen was het voorstel ieder 2 voor de grote fracties en 1 voor iedere kleine lijst, totaal 7. Dit is verworpen. Ook hier weer de gedachte dat alle partijen plaats nemen in het DB voor een herstel van vertrouwen en een goede constructieve samenwerking.

De verkiezingen gingen dus om 7 zetels en er hadden zich 11 kandidaten aangemeld (waaronder mijzelf). Het was al direct duidelijk bij het kiezen van de voorzitter dan er via partijlijnen gestemd werd. Aangezien de vrije lijsten een meerderheid hebben van 13 werd het de kandidaat van hen. Idem bij de plaatsvervangend voorzitter. Bij de ronde voor de secretaris trok een vrouwelijke kandidaat van de FNV Overheid zich terug. Zeer opvallend en verrassend omdat deze kandidaat zeker unaniem zou zijn gekozen. Uiteindelijk werd gekozen voor de kandidaat van de vrije lijst. Na deze derde ronde trokken alle vrouwelijke kandidaten + de overgebleven mannelijke kandidaat van de FNV Overheid zich terug (achteraf een fatale strategie). Nog teleurstelleder was dat ze de verkiezingen en de lopende OR vergadering verlieten. Ondemocratisch gedrag, niet opbouwend en natuurlijk niet goed voor de sfeer, samenwerking en vertrouwen. Het verkiezingsproces is afgemaakt en nu zit er een Dagelijks bestuur zonder bonden en bestaand uit leden van de vrije lijsten. Een soort paars kabinet na 50 jaar CDA. Op zich kan dit heel verfrissend gaan uitpakken. Overigens is er nog één vacature in het DB. (Is ontstaan na het terugtrekken van de drie vrouwelijke kandidaten van de FNV overheid en er was geen kandidaat in deze ronde van de vrije lijsten)

Krokodillentranen


Bovenstaande allemaal tot daar aan toe. Maar de reden dat ik deze blog schrijf heeft te maken met een formeel geplaatste reactie op de Amsterdamse TamTampagina (zeg maar een soort binnengemeentelijke facebook/linkedinplatform) door de vakbonden (FNV/NBB) als reactie op de DB verkiezingen. Verwijt aan de vrije lijsten: Niet gezorgd voor inclusie en diversiteit in het bestuur enz en geen vertegenwoordiging van de bonden terwijl de FNV de grootste fractie heeft. Wie bovenstaande blog goed heeft gelezen zal een andere conclusie trekken. Zover ik het krachtenveld heb kunnen overzien had de FNV overheid nu met twee zetels in het DB gezeten hebben met twee diversiteitkandidaten als ze het verkiezingsproces gewoon hadden doorlopen. Weglopen in uit den boze. De bonden zijn slachtoffer geworden van hun eigen strategie en huilen nu krokodillentranen. Als deze tranen zijn opgedroogd kunnen ze alsnog in het DB komen door de opteren voor de openstaande vacature.

Edward Neering (op persoonlijke titel)

De publicatie van de FNV/NBB op de TamTampagina van de gemeente Amsterdam.

Voetbal en de chinezen! #update

Pancratius C5 Vaantje
Met de C5 van Pancratius in 1972 kampioen geworden

Mijn voetbal en de Chinezen

Voetbal en de chinezen

Geloof het of niet maar ooit voetbalde ik bij de club waar Marco van Basten zijn stage als trainer liep voordat hij bij Heerenveen en AZ aan de slag ging, RKSV Pancratius in Badhoevedorp. Zelf kom ik uit een gezin met 14 kinderen dus als 9 jarige jongen,jongste van de familie Neering,  stond ik op een zonnige augustuswoensdagmiddag op veld 5 met  een versleten rood shirt  en afgetrapte kicksen van mijn twee jaar oudere broer. Mijn sportbroekje was het gymbroekje van de Plesmanschool wat nodig aan vervanging qua maat toe was. Het woord NIKE was nog niet uitgevonden en de heer Nootenboom was mijn eerste trainer. Mijn toekomst was veelbelovend immers ik was de  nr 14 van de familie en een paar kilometer verderop in 020 maakte een zekere Johan Cruijff onder dat nummer furore als jong talent in de Meer, het oude stadion van de Amsterdamse profclub vernoemd naar een of ander Griek. in 072 wel Ajakkes genoemd.

Ik moest mij nog bewijzen dus ik startte in de A8 Pupillen (E,tjes en D,tjes bestonden toen nog niet). Na 1 jaar promoveerde ik naar de A7 domweg vanwege het feit dat de A8 werd opgeheven maar het was een stap op de goede weg. De weg naar de top was een lange weg! Na de lagere school wachtte de C Pupillen en van de zeven C elftallen zat ik zowaar in de C5 en werd onder de bezielende leiding van de heer Schelvis voor de enige keer kampioen (zie foto). Ik was rechterverdediger en had de bijnaam van de heer Schelvis gekregen van Noby Styles, gemene verdediger van het Engelse Manchester United. De vreugde was van korte duur  wat ondanks het kampioenschap stond ik met een aantal vrienden een jaar later in de C7! In de B-junioren was het niet anders ….. de B5 waar ik als rechtshalf in één seizoen twee keer scoorde waaronder op veld 4 tegen De vliegende Hollanders (DVH) uit Amstelveen, witte broeken en blauwe shirts. De A junioren heb ik overgeslagen en in 1979 maakte ik mijn comeback bij, de grote concurrent van Pancratius , Kombij Badhoevedorp in de  zaterdag senioren 5, Gerben Kolenbrander uit de Uiverstraat was de robuuste aanvoerder van deze legendarische geel/zwarte brigade. Ik was bij Kombij Badhoevedorp beland vanwege mijn vrienden in Jongerencentrum SmoeS in Amsterdam-Sloten. In 1980 speelde de actie van Freek de Jonge en Bram Vermeulen “KNVB niet naar Uruguay” Niet na 1978 (WK Argentinië)  met het Nederlands elftal  nog een keer naar  een militair regime en deze in het zonnetje zetten in Zuid-Amerika door een internationaal voetbaltoernooi, was het adagium. Amateurelftallen werden opgeroepen om in een uitgekozen weekend niet te voetballen als protest. Mijn broers voetbalden nog steeds bij Pancratius  bij de zaterdagsenioren in het vijfde. Ze organiseerden een staking uit tegen Overamstel (de aftrap was te zien bij het NOSjournaal die avond, met broer André Neering in de hoofdrol!) . Ik kon dus niet achterblijven en startte een actie bij Kombij Badhoevedorp en stuurde een oproep tot staking in voor het wekelijkse gele clubblad met de bekende lokale MKB advertenties. Intern wist ik al dat zeker het eerste elftal (hier speelden een aantal vrienden van mij  uit  het Jongerencentrum SmoeS) wel oren had naar een staking. Het artikel werd geweigerd! Censuur!!  Sterker nog, ik moest op het matje komen bij het bestuur van de club. Het eerste elftal schreef direct een open brief in het clubblad dat censuur absoluut niet kon en er ontstond dus een heus relletje. De dinsdagavond daarop verscheen ik bij twee bestuursleden van de club , de heer Staal en de heer Griffioen in de Roerdompstraat. Zij wilden mij een lesje geschiedenis geven en trachtten mij op hun politieke rechterspoor te brengen. Resultaat was dat ik bedankte als lid van Kombij Badhoevedorp en werd opgevangen door het stakende “linkse” salonelftal van Pancratius  zaterdag  5 waar twee broers van mij voetbalden en drie volle neven van Dennis Bergkamp, weliswaar met iets minder talent, maar dat terzijde . Nog jaren gevoetbald in dit vriendenelftal in de jaren tachtig en over het voetbal nog even dit…….. Bij mijn afscheid in 1987 in een klein zaaltje van cafe Carels op de hoek Saernedamstraat/Frans Halsstraat in 020 kreeg ik het boek van Wiel Coerver in het chinees met daarin “de opdracht”,  “Edward gaat weg, de perfecte kapbeweging, voetbal zal altijd chinees voor je blijven

Edward Neering

Van zeven naar acht op volle kracht!

Van zeven naar acht op volle kracht!

Camapgneposter voor de actie “met Neering meer waardeering!”

Ik ben afgelopen week gekozen in de Ondernemingsraad van de gemeente Amsterdam in mijn 63e levensjaar. “Waar begin je aan?”, “je bent hartstikke gek!”, “tegenover wie moet jij je nog bewijzen?”, “Waarom bol je niet lekker uit tot je pensioen?” enz, enz….zijn een aantal opmerkingen die ik te verwerken kreeg. Klinkt gek maar ik zie het als een soort roeping. De gemeente 020 is voor mij altijd een prima werkgever geweest bij welke ik mij uitstekend heb kunnen ontwikkelen en heb thuis gevoeld. Ik heb altijd met hart en ziel gewerkt voor de publieke zaak. Ooit in 1981 begonnen in salarisschaal 6A en nu in een topschaal. Nu wil ik wat terugdoen.

Ik ben de status voorbij en er komen turbulente crisistijden aan met een grote verandering op het gebied van arbeidsopvatting/ethiek en arbo. Thuiswerken was tot maart 2020 een soort gunst maar thuiswerken gaat nu verankerd worden in het huidige werkzame bestaan en  zal het ook na de coronacrisis worden. Wellicht zal de huur van veel gemeentelijke panden opgezegd worden en werken we over twee jaar vanuit gemeentelijke hubs, wie zal het zeggen. Ook zullen er grote reorganisaties aankomen enz. Tenslotte wil ik mij inzetten om ouderen, vrijwillig,  te laten plaatsmaken voor jongeren Kortom ik wil mijn kennis en ervaring graag constructief inzetten binnen de fractie van “Wij de Stad!” nu we roerige tijden tegenmoet treden. Mooi dat er tussen de fractie van Wij de Stad! als onafhankelijke, relatief jonge,  vrije lijst en de fractie van de FNV maar één zetel zit. De FNV heeft 10 zetels en wij van Wij de Stad! hebben 9 zetels. De overige 5 zetels van de totaal 25 zijn drie kleine fracties. Verder leuk dat ik met een overweldigende meerderheid aan voorkeurstemmen ben gekozen, maar liefst 284. Het meeste van alle kandidaten, ook meer dan de nummers één van de andere verkiezingslijsten. Een klaterend succes.

Dit alles doet mij denken aan het jaar 1989. Ik werkte als bijstandsmaatschappelijk werker voor de gemeente Amsterdam op de locatie hoek Vijzelstraat/Herengracht, schuin tegen over de Bazel waar nu het Stadsarchief zit en Bureau Interim & Advies, het bureau waar ik nu voor werk. Alles was aan het decentraliseren. De stadsdelen waren opgekomen en in twee stadsdeelkantoren werden de bijstandsmaatschappelijk werkers betaald in schaal 8 terwijl de medewerkers in de andere regiokantoren werden betaald in schaal 7. Precies hetzelfde werk maar anders gewaardeerd. De toenmalige ondernemingsraad (toen vooral gevuld met hardliners vanuit de vakbond)  wilde zich niet hard maken om dit onrecht uit de wereld te helpen. Een voedingsbodem voor wilde actie! Dus buiten de OR om werd er  door alle “schaal 7 kantoren” een actie voorbereid. Ik was actieleider van de wilde actie op het kantoor aan de Herengracht recht tegenover de Burgermeesterwoning van Ed van Thijn. Ik voerde de wilde actie met als inzet dat er een wilde staking zou komen op een dinsdagmorgen in juni 1989. Als onze eis niet zou worden ingewilligd dan zouden er meer stakingen volgen. Het zou een acupunctuurstaking worden van 9 tot 11 uur in de ochtend. A) zou ons dat niet te veel loon kosten als er loon zou worden ingehouden en B) waren dit de openingstijden voor klanten, het open spreekuur. Geen spreekuur, geen klanten, geen afspraken kortom zeer effectief. Ik voerde de actie op de Herengracht onder de slogan: “Van zeven naar acht op volle kracht”! Ik maakte een flyer en ging alle teams langs, en merkte als snel dat de actiebereidheid groot was.

Herengracht 519, hoek Vijzelstraat/Herengracht

Op de Herengracht werkte er ook een OR-lid, Marjan L. Een vrouw met mooi rood haar en veel zomersproetjes. In een actieloze tijd een vrouw om mee te willen stappen. Maar de messen waren geslepen, geen tijd voor fratsen. Uiteindelijk was de OR toch in beweging gekomen en Marjan belegde een vergadering met het personeel in de kelder van de Herengracht. Er kwam een slap compromisvoorstel in voorbereiding op tafel. Ik paste direct de vakbondstruc toe en riep “We gaan stemmen!” Wie geen actie wil voeren moet nu zijn of haar hand opsteken. Niemand stak zijn hand op en derhalve werd unaniem besloten om te gaan staken. Zo gezegd, zo gebeurd met een heuse ketting tijdens de stakingsdag op de deur. De directie met als directeur Peter van Dijk kwam na de wilde staking direct in beweging en de OR ging direct met de stakers in gesprek. Ook Peter van Dijk in zijn rol als directeur kwam praten en werd verwelkomd met een passend actielied tot grote afschuw van overallmanager Leo Meijer. Binnen een week was de kogel door de kerk. Alle HBO’ers kwamen met terugwerkende kracht in schaal 8 en voor de niet HBO’ers werd de mogelijkheid geboden om op dat niveau te komen en daarna schaal 8. Een klaterend succes op de 14e juli 1989, terwijl in Frankrijk de vliegtuigen over de Champs Elysee vlogen zaten de winnende actieleiders van de wilde staking in de kroeg op het Rembrandtsplein. Vervolgens met het feestende geheel gegeten in restaurant Sluizer in de Utrechtsestraat met daarna een passende afsluiting. Als toetje verscheen er de dag daarop, in de zaterdageditie van Het Parool, een verslag met succesuitkomst.

De slogan die ik bij mijn huidige OR-actie heb gebruikt was “Met Neering meer Waardering!”. Slogans hebben mij nooit windeieren gelegd.

Edward Neering

drie kruizen op het hart, werken met hart en ziel werken voor de publieke zaak

Chaos in de delta!

Ik kan er niets aan doen maar ik heb een tik met kaarten. Als ik ergens op vakantie ben is geen omgevingskaart meer veilig in mijn buurt. Zo zat ik in september dit jaar in het rivierenlandschap vlakbij Nijmegen tussen de plaatsjes Ooij en Millingen a/d Rijn in het dorpje Kekerdom. Wij logeerden bij de B&B “De waard van Kekerdom”. Ik zat op een terras in Millingen a/d Rijn en tuurde op de kaart en stelde mij de vraag hoe de Rijn bij Lobith het land binnenstroomt terwijl de Rijn volgens mijn geheugen door Arnhem stroomt en ik nu vlakbij Nijmegen op het terras zit!  Een korte digitale studie via Google maps was het gevolg  en ik kwam tot min of meer rare inzichten.

Allereerst stroomt de Rijn vanuit Duitsland niet bij Lobith het land in maar bij het plaatsje Spijk. Het volgende plaatsje is Tolkamer en Lobith ligt landinwaarts daarboven. Er komt überhaupt geen rivier langs Lobith!  De Germanen hebben het ook nooit over Lobith gehad, maar dat terzijde. De Rijn wordt bij Millingen aan de Rijn opgesplitst in de Waal en het Pannerdensch Kanaal….. weg Rijn!.  Vervolgens wordt dit P-kanaal de Nederrijn (daar is ie weer in afgeslankte vorm)  en die stroomt door Arnhem maar gaat bij Wijk bij Duurstede over in de Lek, waarom wederom een naamsverandering? Vervolgens komt de rivier de Lek langs het plaatsje Waal vlakbij Nieuwpoort, om even een verwijzing naar een andere rivier te noemen.  Diezelfde Lek wordt bij het plaatsje Krimpen aan de Lek….. de nieuwe Maas!  In Rotterdam wordt de nieuwe Maas “het Scheur” en deze wordt op haar beurt de Nieuwe Waterweg die vervolgens langs Maassluis in de Noordzee stroomt.  

De rivierdijk bij Kekerdam, Ooijpolder bij Nijmegen

Als je de kaart bekijkt is eigenlijk de Waal de Rijn (qua volume van de rivier)  en waarom dan ooit na Millingen a/d Rijn de rivier de Waal is komen te heten is het gevolg van een gedachtenkronkel bij de Romeinen die de dit deel van de Rijn een afwatering vonden van de OerRijn. (Waal komt van “meanderen”) Hoe dan ook de Waal wordt bij het plaatje Woudrichem de Boven-Merwede die zich weer splitst bij Hardinxveld/Werkendam in de Beneden Merwede (terwijl die boven ligt ten opzichte van zijn zusje) en de Nieuwe Merwede. De Beneden Merwede splits zich in “de Noord” (deze komt weer uit in de Lek)  en de Oude Maas en deze komt op haar beurt weer uit in “Het Scheur” in Rotterdam. We zagen al eerder dat “het Scheur” weer voortkomt uit de Nieuwe Maas die daarvoor de Lek en Nederrijn was. Volgt u het nog? Samengevat komt de Rijn die in Spijk het land binnenstroomt en zich opsplitst bij Pannerden hier weer samen eindigt via de Nieuwe Waterweg in de Noordzee.

De Nieuwe Merwede gaat over in het Hollandsch Diep op de grens tussen Zuid Holland en Noord Brabant. De grens van de twee Wateren ligt tussen Lage Zwaluwe en Moerdijk. De Nieuwe Merwede en Beneden Merwede worden weer verbonden door de Dordtsche Kil. Het Holland Diep gaat over  in het Haringvliet met Tien Gemeenten als eiland en natuurgebied en uiteindelijk dobberen we in het Grevelingenmeer om tenslotte in de Noordzee uit te komen.

De Maas maakt een goede start als deze bij het Limburgse Eijsden ons land binnenstroomt. Heel lang blijft de Maas de Maas en kronkelt lekker een eind weg door het Nederlandse laagland. Tot Heusden. hier gaat de rivier over in de Bergsche Maas maar heet nog steeds Maas. Als plaats doet Maasbommel de rivier  eer aan want het ligt ook daadwerkelijk aan de Maas in tegenstelling tot bijvoorbeeld Maassluis. De Bergsche Maas gaat plotsklaps onder de Biesbosch over in de Amer (Waarom?!)  die vervolgens weer op het Hollands Diep uitkomt en via Haringvliet/Grevelingenmeer de Noordzee in. De oude Maas en de Nieuwe Maas hebben net als Maassluis dus niets met de oorspronkelijke Maas te maken. Tis maar even dat u het weet.

Bocht in de Waal tussen Milliingen a/Rijn en Ooij

De IJssel is lekker helder. Dit start onder Arnhem als afsplitsing van de Nederrijn en heet IJssel totdat ie in het IJsselmeer stroomt. Idem de Schelde die het land vanuit België instroomt en als Wester Schelde in de Noordzee stroomt.

Tenslotte hebben we nog een andere Rijn, de oude Rijn. De oude Rijn is een overblijfsel van de de loop van de vroegere Rijn. Deze loop begin bij Wijk bij Duurstede en start als Kromme Rijn.  Via Bodengraven, Woerden, Alphen a/d Rijn en Leiden stroomt deze kleine Rijn uit in de Noordzee bij Katwijk aan Zee. Eerst heet hij de Nieuwe Rijn bij Utrecht, vervolgens Leidsche Rijn (Leiden totaal niet in de buurt) en vervolgens door Leiden richting Katwijk als “de Rijn”.

Wie heeft dit allemaal verzonnen? Advies in om de Rijn die bij Spijk het land binnenstroomt vanaf Pannerden de BovenRijn te noemen (die dus door Arnhem stroomt) en de Waal als Onderrijn of gewoon Rijn totdat zij in Rotterdam samenkomen in de Nieuwe Waterweg. De Maas blijft de Maas tot het Hollands Diep en de Rijn van Utrecht naar Katwijk aan Zee noemen we de kleine Rijn.  Zo we zijn er uit. Dit wilde ik even kwijt. Neem een voorbeeld aan Duitsers, der Rhein bleibt der Rhein, von die Schweiz bis das Niederländische Speik.

Oordeel: de benaming van het huidige rivierenlandschap in ons kikkerlandje verdient niet het criterium: “Als het simpel is EN het is goed, dan is het dubbel zo goed! Chaos!

Edward Neering

Kekerdom, gateway to the east!