jaren 70 / 80
Afgelopen woensdag 22 oktober vond in de Vorstin (voorheen Tagrijn) te Hilversum een slotbijeenkomst plaats over drugsgebruik in jongerencentra in de jaren 70, 80 en 90, het symposium Drugsmonologen. In dit laatste kwart van de vorige eeuw verrezen de Open jongerencentra als paddestoelen uit de grond al dan niet gesubsidieerd door een gemeente. Drank vloeide er volop maar ook het gebruik van soft dugs nam een enorme vlucht en in de kielzog daarvan kwam ook het harddugsgebruik (o.a. Speed, Opium, Cocaïne en Heroïne) opzetten in sommige centra. Eind jaren 80 en 90 kwamen andere middelen als Crack, Coke Base XTC- en andere pillen de centra binnen. Het hoorde bij het uitgebreide experimenteer reportoire van jongeren. Deze jongerencentra in Nederland hebben dus een belangrijke rol gespeeld bij de normalisering van middelen door de jaren heen.
Kees Schelling was uitgenodigd in verband met zijn prachtig gedetailleerde boek over Open Jongerencentrum SmoeS in Amsterdam Sloten in de jaren 70,80 en 90. Ik was met hem mee. In SmoeS vloeide de alcohol volop en was er softdruggebruik, later mochten er alleen buiten joints worden gerookt. Verder veel herkenning met problemen (intimidatie en vechtpartijen) tussen bierdrinkers/Disco gangers en de rokers (de stuffies) uit de jongerencentra. In SmoeS kwamen zowel jongeren uit Amsterdam Nieuw West als uit Badhoevedorp.
Nikki de La Rie gaf een interessante lezing over de geschiedenis van middelengebruik door de jaren heen van jongerencentra in Nederland en specifiek in Utrecht in het kader van haar promotie-onderzoek. Jongerencentra zoals de Kargadoor, Kasieno en ’t Spinnehok waar later het bekendere poppodiun Tivoli voor in de plaats kwam. Ook de geleerde lessen n.a.v. deze bijzondere historie kwam aan bod.

Schrijver Kees Schelling (uiterst rechts) tijdens het panelgesprek
Veteranen van de jongerencentra jaren 70/80
Diie rode draad kwam ook weer terug in een panelgespek met vier veteranen die, al dan niet als beroepskracht, werkzaam waren geweest in zulke jeugdcentra: Kees Schelling van SmoeS, Ernst Mulder van De Boerderij in Zoetermeer, en Hellian van Beekum en Herbert Boerendonk van De Tagrijn in Hilversum, Hun verhalen lieten veel variatie tussen de centra zien: in hun omgang met softdrugs en harddrugs, met bezoekers en de gemeente, met gebruikers en dealers. Of er met het verdwijnen van de meeste centra veel verloren was gegaan waar we vandaag de dag nog wat aan zouden hebben? Plekken waar jongeren zichzelf kunnen ontwikkelen en experimenteren, en waar ook ruimte is om goede kennis op te doen over middelen, of je die nou ooit gaat gebruiken of juist niet – die gunden ze de jongeren van vandaag ook. Muziek, theater, film, een kritische blik, drank en drugs brachten deze jongeren bij elkaar in de tijd dat sociale media niet bestonden. Aansluitend aan het panel werd een beleidsadvies aan twee ministeries overhandigd op grond van dit historische onderzoek.
Ellen ten Damme
Ellen ten Damme sloot de hele sessie muzikaal af.

Ellen ten Damme
Ha Edward, een hele mooie samenvatting heb je gemaakt. Een jongerencentrum om te experimenteren en lekker los te gaan. Drank, drugs en leuke jongens en meiden. Veel meer had je niet nodig. Echt gouden tijden waren het in Smoes.