Vorm altijd je eigen mening!

Arondéus-lezing In Nederland is hetzelfde kuddegedrag te zien als in Indonesië. Mensen laten zich voor politieke doeleinden meeslepen door foute denkbeelden. .

Dit is een verkorte weergave van ‘De kudde kent geen helden’, de Arondéus-lezing die Step Vaessen gisteravond in Haarlem heeft gehouden.

Ik ben niet de spreker die de commissie aanvankelijk voor de Arondéus-lezing had gevraagd. De eerste keus is met succes van dit podium verjaagd. De spreker van vorig jaar werd gecensureerd. Toen ik dat allemaal hoorde terwijl ik ver weg zat in Jakarta, dacht ik: lekkere boel daar in Nederland.

Willem Arondéus zou zich vast en zeker in zijn graf omdraaien. Als het niet zo treurig was, is het bijna lachwekkend. De lezing genoemd naar de held van de vrijheid, de man die voor de vrijheid zijn leven heeft geofferd mag 69 jaar na zijn dood niet worden uitgesproken. Onder druk van een politieke partij die de Partij voor de Vrijheid heet.

Een verhaal houden over vrijheid in het hedendaagse Nederland. En deze keer – zo werd mij verzekerd – geen censuur meer. Vrijheid om te zeggen wat je wilt. Niet wegslikken wat op het puntje van je tong ligt, niet recht praten wat krom is. Dat is vrijheid. Zonder vrees, dat wel. Ik hoorde aanvankelijk dat de PVV tweehonderd man zou sturen om de lezing te traineren. Is dat de nieuwe vrijheid in Nederland? De vrijheid om de vrijheid van iemand anders af te pakken?

Vrijheid in Nederland komt er – als ik het goed begrijp – simpelweg op neer dat alles gezegd moet kunnen worden en dan bedoel ik dus alles. Grove beledigingen, het verspreiden van haat, moedwillig kwetsen. Dat is vrijheid zonder geweten. Vrijheid die de ander zijn vrijheid ontneemt. Jouw vrijheid is van een hoger niveau dan mijn vrijheid. Vrijheid met een dubbele moraal. Als wat er gezegd wordt niet bevalt, dan is die vrijheid kennelijk ver te zoeken.

Vanuit Indonesië heb ik Nederland zien veranderen. Ik ben in 1997 weggegaan en meerdere keren per jaar kom ik op bezoek. In de jaren na de aanslagen in de Verenigde Staten en vooral de moorden op Pim Fortuyn en Theo van Gogh was van de politieke correctheid waar Nederland bekend om stond niet veel meer over. Het land waarvan ik altijd had gedacht dat het de tolerantie hadden uitgevonden, keerde naar binnen. De angst sloeg toe, en begrijpelijk. Soortgenoten zochten soortgenoten, vreemden bleven vreemden. Ik begon me af te vragen waarom ik in het buitenland altijd zo trots was geweest Nederlander te zijn.

Wat er voor mij vooral veranderde, was dat mijn vrienden in Nederland ineens over moslims spraken, iets waar ik ze eerder nooit over gehoord had. Opeens woonde ik in het grootste moslimland ter wereld.
Ik heb vaak gezien hoe gevaarlijk en dodelijk religieus geweld kan zijn, maar ik heb ook gezien dat het los staat van de geloofsgroep. Ik heb moslims christenen zien doden maar ook christenen moslims. Ik heb gezien hoe de meeste gelovigen dit geweld pertinent afzweren.

Ik heb gezien dat het geweld meestal het resultaat is van kuddegedrag. Mensen die zijn opgejut om anderen als vijanden te zien en zelfs aan te vallen. Hetzelfde kuddegedrag dat ik zie in Indonesië, zie ik in Nederland waar mensen worden gehersenspoeld om een hekel aan moslims te hebben. Als ik dan ook nog hoor dat er in Nederland door diezelfde mensen wordt gedreigd met geweld, dan wordt de overeenkomst wel pijnlijk duidelijk. Het gaat beide groepen om het creëren van een vijand voor politieke doeleinden. Beide groepen hebben goedgebekte leiders die een massa weten op te zwepen en bij die leiders vraag ik me ten stelligste af in hoeverre ze zelf in hun eigen praatjes geloven.

Journalisten moeten de werkelijkheid in perspectief zien en een kleine groep schreeuwers niet meer aandacht geven dan de zwijgende meerderheid, simpelweg omdat ze harder schreeuwen. Wat ik gezien heb, is dat de schreeuwers ook in Nederland automatisch alle aandacht krijgen. Door alle media-aandacht kreeg Geert Wilders de wind in de zeilen. De macht van de media is groot. De realiteit van journalisten kan zo de realiteit worden van de massa. Daarom moeten vooral journalisten hun geweten gebruiken. Maar niet alleen journalisten natuurlijk. Wij allemaal.

Bij het geweten geldt dat je jezelf door de ogen van een ander kan zien. Wees dus gewoon je eigen held. Volg niet stomweg wat een ander je voorkauwt. De sprookjes die in Nederland over moslims worden verteld, kloppen niet en zijn gevaarlijk. De onzin die radicale clubs in Indonesië verspreidt over ongelovigen of andersgelovigen leidt bijna dagelijks tot geweld. Weiger gehersenspoeld te worden, waar dan ook ter wereld. Niets heeft een hogere moraliteit dan je eigen geweten.