De Kelk

Paul, André, Edward en Frans Neering rond 1970

Het is ergens in 1970. Op radio Veronica tetteren door het krakerige luidsprekertje van de transistorradio de Beatles met Let it be als muzikaal behang. Al mijn broers zijn voor Ajax (in het Neeringjargon: Ajakkes) en als jongste van 14 kinderen heb ik de keuze voor Feijenoord gemaakt. “Kan ik mij goed mee profileren” moet ik onbewust gedacht hebben. Feijenoord speelt op 6 mei 1970 de Europa Cup 1 finale en wint van Celtic. Ik ben 11 jaar en in Badhoevedorp zit ik op de katholieke Plesmanschool. Katholiek > dus ook ben ik misdienaar en schrijdt zowel doordeweeks als in het weekend vroom door de plaatselijke HH Engelbewaarderskerk. Elke dag bid ik in mijn bed tot God. In mijn gebeden staan twee dingen centraal; 1) dat ik er bij de schooltandarts alsjeblieft boorloos door heen kom en 2) dat Ajakkes niet zal winnen.

Het is nu ook de tijd van de popmissen die landelijk steeds meer plaatsgrijpen. De kerk wil jongeren aan zich binden en organiseert op de zaterdagavonden missen met een popband op het altaar. Ik ben met Joris Beck het misidienaarskoppel van deze zaterdagavond. Tijdens deze popmis is er ook een grote wijziging met betrekking tot de misdienaren. Normaal gesproken sta je onderaan het altaar en komt de priester via een drietal traptreden naar je toe om het water en de wijn op te halen maar tijdens de popmissen staan de misdienaars naast de priester op het altaar, één aan de linkerkant van de kazuifelman en één aan de rechterkant. Ook nieuw was dat de priester versterkt door een microfoon vanaf het altaar de gelovigen toesprak. In totaal stonden er drie microfoons op het altaar. De resterende twee stonden gericht op de twee dieners. Pastoor Thijssen had zijn mooi geborduurde kazuifel aan met mooie patronen, beige met een grote brede groene band verticaal van een hele dikke stof. De consecratie is aan de gang, zeg maar het echte heilige deel van de mis. De pastoor heft de kelk met heerlijke bisschopswijn ten hemel en houdt deze hoog boven zijn hoofd. Het is de bedoeling dat ook de misdienaren een slokje van deze goddelijke heilige wijn nemen. Pastoor Thijssen brengt de kelk plechtig omlaag en maakt een korte beweging naar rechts en biedt de kelk aan mij aan. Vroom doe ik mijn ogen dicht en drink plechtig van de wijn. Nou ja, niet VAN de wijn maar DE wijn! Er zit maar heel errug weinig bisschopswijn in de kelk en zonder dat ik het besef heb ik alles in één teugje opgedronken. Onbewust veeg ik met togamouw mijn mond schoon en maak daarbij een klein geluid. Door de microfoon klinkt de kleine geluid ineens ernstig groot en galmt in het godshuis en de kerk mompelt, giechelt en lacht. De houten banken kraken volop. Pastoor Thijssen pakt de kelk weer terug en geeft de lege kelk aan Joris, mijn collegadienaar. Joris zit dat er geen wijn meer in de gouden beker zit en geeft de kelk terug aan de Pastoor zonder deze aan zijn mond gezet te hebben. Wederom rumoer in de kerkbanken. Vervolgens belandt de kelk weer in de handen van pastoor Thijssen en heft de kelk weer hoog ten hemel. “dit is het bloed van christus” zegt hij en brengt de kelk naar zijn mond en doet hij alsof hij de kelk leegdrinkt. Op dit moment ben ik getuige van een leugen van de kerk waar ik zelf de oorzaak van ben.

Met mijn gebeden tot God gaat het ook niet goed. Ik ben binnen gestapt in het busje van de school tandarts. . Het groen/beige busjes doet de school twee keer per jaar aan en staat steevast in de Sperwerstraat met uitkijk op de Pappegaaienstraat. Vanuit het busje loopt een dikke electriciteitskabel naar de Plesmanschool zo’n 40 meter verderop. De school fungeert als een soort laadpaal. We worden op alfabet geholpen. Robert Lirb ligt op de stoel en Ineke Marcus en Edward Neering zitten op het wachtbankkje. Robert heeft het zwaar. We horen wat gekerm terwijl de boor in de rondte zingt. Na Ineke ben ik aan de beurt. “En poets jij wel iedere dag jouw tanden?” vraagt tandarts Liem met zijn Chinese/Indonesische tongval. Aangezien ik niet mag liegen zeg ik eerlijk dat ik wel eens een keertje oversla. Op een direct boze aanvallende toon zegt hij “Je vergeet toch s’ochtends ook niet je onderbroek aan te trekken?!”….. Geen speld tussen te krijgen! Ondertussen kijkt hij met zijn spiegeltje in mijn mond en zegt.. “Dat heb je ervan! Ik zie een paar gaatjes mijn jongen!”, “goed stil zitten ander boor ik in die tong van je” en voor ik het weet is de marteling met de boor aangevangen. God heeft mijn gebeden niet verhoord.

Met het voetbal ging het al niet veel beter, Ajakkes won in 1971,1972 2n 1973 de Europa Cup voor Landskampioenen dus die gebeden waren ook niet verhoord! langzaam, stukje bij beetje brokkelde mijn geloof af als een ijsschots richting zomer.

Edward Neering

Misdienaar bij een huwelijk in de HH Engelbewaarderskerk in Badhoevedorp

Mijn Tour de France

Joop

Mijn Tour de France

door: Edward Neering

Het komt allemaal weer voorbij. Jeroen Wielaart met zijn bierviltjes waarop het idee van de tourstart in Utrecht werd geschetst een aantal jaren geleden, de ploegenpresentatie, de tour zonder Mart Smeets, of toch weer niet (1989)  enz. De opgehemelde kansen voor Tom DuMoulin terwijl Tony Martin of Fabio Cancellara de proloog gaat winnen enz. Het wordt daar dit weekend zo druk en warm dat geen haar op mijn hoofd erover denkt een bezoek aan 030 te brengen. Nu komt mijn schoonmoeder deze week dus zou het even een mooie escape zijn. Ik verkies klikkende breinaalden boven een bonello in de kokende domstad. Eigenlijk word ik er een beetje moe van en hoop dat het snel weer zondag is en de karavaan gewoon op weg gaat richting Frankrijk via Rotterdam en Zeeland.

En dan zie ik weer Joop, onze Joop, de winnaar van de grote ronde van Frankrijk in 1980. De enige ronde die ik helaas vanuit de krant moest volgen wegens een fietsvakantie naar Frankrijk. Waar Zoetemelk klom met het peleton naar l”Alpe de Huez en La Plagne, klommen wij naar de top van de Ballon D’Alssache in de Vogezen. Voor ons een reus maar voor de tourrenners een puist, aldus Peter Winnen ooit verklaarde tegenover Jean Nelissen. Joop Zoetemelk, ooit winnaar van de Ronde van Badhoevedorp in 1968, waar mijn vader de één van de EHBO mannen was en ik, als tienjarige jongen, onder de indruk was van zijn oranje/bruinkleurige EHBO band rond zijn arm. Waar malle Hans, de Badhoevedorpse “dorpsgek” met een bos bloemen over de finish kwam nadat het hele amateurpeleton de streep was gepasseerd. Hans stond wel op de voorpagina de week daarop van de Badhoeve/Slotense Courant de winnaar van de ronde niet!

En de tijd schrijdt voort, als de Tour dit jaar eindigt op 26 juli in Parijs word ik 57 jaar en Mick Jagger 72 jaar. Dat is natuurlijk geen toeval dat Jagger en ik op dezelfde dag jarig zijn, maar dat terzijde J. De tour gaat natuurlijk ook weer een Nederlandse winnaar kennen, ik voorspel binnen 10 jaar. Dat brengt mij terug naar de eerste winnaar Jan Janssen in 1968. Drie weken geleden zat ik met de directeur van BP om tafel bij de Omgevingsdienst in Zaandam, mijn huidige opdracht als interim manager. Hoe we er op kwamen weet ik niet meer maar we hadden het even over deze tour uit 1968. Jan Janssen won met acht seconden van de belg Herman van Springel. Mijn vader en ik waren zo opgetogen dat ik hem uitdaagde voor een sprint op de Schipholweg in Badhoevedorp. Ik herinner mij zelf dat er BP op mijn net verworven T-shirt stond net zoals op het wielershirt van Louis Ocana. Ik schetste de directeur van BP mijn shirt en vertelde dat er een heuse tijger op mijn shirt stond. “Even voor de goede orde” zei hij, maar je hebt het voor Esso “met een tijger in je tank”. Het was even stil aan tafel, de concurrent was onverwachts binnengekomen.

En de sprint?  Mijn vader was natuurlijk een echte vader en liet mij winnen, de streep lag op de hoek Sloterweg/Schipholweg waar nog steeds een BP station is gevestigd in mijn geboortedorp