Column Nelleke Noordervliet – Rudolf Steiner #Radio1 #OVT

Australie 

Foto: Alex Lancee – Australië 2011

Ik hoorde vanmorgen deze column van Nelleke Noordervliet op Radio 1 bij OVT, erg goed!

Rudolf Steiner

In Den Haag verrees in 1928 op een duintop de Rudolf Steinerkliniek. Kranten schreven ‘Het gebouw ligt in volmaakte harmonie met de natuur op de top van een duin, is als het ware een voortzetting van het duin'. 'Het dak is als een schulp, waaronder het gebouw als een organisme ligt'. Het leek op een enorm gestrand schip, de ark van Noach op de Ararat. En ook van binnen had het alle kenmerken van het antroposofische gedachtengoed. De patientenkamers waren in verschillende kleuren gedacht. Elke kleur had een bijpassende werking. Er waren kamers, waarin alles rood was: muren, gordijnen en meubilair. Geel, oranje en rood stimuleren het stofwisselingsproces; blauw en paars het denken, de zintuigen en de zenuwen; purper werkt op alles en groen is neutraal. De zusters droegen een lila-rose uniform. Dagelijks lazen zij een uur lang in het werk van de grote voorganger en ook lazen zij patienten daaruit voor.

Bij gebrek aan antroposofische specialisten bleef het ook na de oorlog een algemeen ziekenhuis met een beperkt aantal bedden, zij het op antroposofische grondslag. De kleurenleer is daar maar een aspect van. Sleutelwoorden zijn karma en reincarnatie. Hoe dat voor de ziel in zijn werk gaat verduidelijkt het volgende citaat: ‘Bij het incarnatieproces omkleedt het zich weer met een zielegestalte of astraal lichaam en met een levenskrachtenlichaam of etherlichaam. Na de dood, dat wil zeggen na het sterven van het fysieke lichaam, worden deze omhullingen weer afgelegd. Bij het etherlichaam gebeurt dat heel snel, bij het astrale lichaam gaat het heel geleidelijk. Bij beide kan van een oplossingsproces worden gesproken: het etherlichaam lost op in de etherische wereld, het astrale lichaam vergroeit met de zielewereld.’

Eind 1977 kwam ik in de Rudolf Steinerkliniek terecht. Ik ben niet gelovig en hang geen metafysisch systeem aan. Elk geloof is ten diepste een poging de mens te verzoenen met zijn sterfelijkheid door de dood voor te stellen als een overgang naar een beter leven. Barmhartig bedrog op zijn best, op zijn slechtst een instrument voor misbruik en manipulatie. Maar mijn neuroloog had er een paar bedden. Ik kreeg een groene kamer met uitzicht op het rustgevend groene Westbroekpark waar een paar late rozen nog mijn stofwisselingsproces stonden te stimuleren. Liever had ik een blauwe kamer gehad, vanwege de zenuwen, nog beter ware een purperen geweest, de panacee voor alle kwalen. Ik kende de antroposofie alleen uit de wat etherische en artistieke opvoedmethoden van de Vrije School, die ongelooflijk aardige kinderen voortbracht, voorbestemd om in de harde buitenwereld een zware dobber te hebben. Met Sint Maarten kwamen de Vrije School kinderen voor me zingen. Ze brachten tekeningen en hoefden geen snoep.

De neuroloog was empathisch, ja bijna filosofisch. De goede man stond voor het venster, keek lang en zwijgend naar buiten naar het herfstige park, schudde zijn hoofd, zuchtte en zei vol meegevoel: ‘Achx85 zo’n jonge vrouw nogx85en met zo’n jong kind.’ Dat sloeg op mij. Mijn fysieke lichaam had in die tijd een tumor ontwikkeld achter mijn oog. Van welke aard het ding was, wist men nog niet. Daar werd nu juist onderzoek naar gedaan. Mijn astrale lichaam en mijn levenskrachtenlichaam stonden erbij en keken ernaar, klaar om snel op te lossen in de etherische wereld of in de zielewereld, waarna ze zich weer zouden kunnen hechten aan een fijn nieuw fysiek lichaam. Reincarnatie is verraad.

Nelleke Noordervliet